Waarom is het zo dat bij vraag 13, de F trekkracht voor de helft is gebruikt wordt
Reacties
Theo de Klerk
op
03 maart 2016 om 17:18
Deze vraag uit examen vwo 2015-II-3 vraagt om de spanning in beide delen van de snaar.
In een evenwichtsstand (snaar uitgerekt, maar staat stil) wordt de naar boven gerichte trekkracht Ftrek gecompenseerd door een even grote, tegengesteld (naar beneden) gerichte, kracht Fspanning . Die spankracht is het vector-resultaat van de spankrachten langs de snaar.
De hoek van de snaar met de horizontaal is te berekenen door de sinus ervan: overstaande/schuine = 1/2 Ftrek /Fspan1 als Fspan1 de spankracht in een snaarhelft is.
De vectoren spannen een ruit op (en bij een ruit staan de diagonalen loodrecht op elkaar) en de overstaande zijde is dus de helft van de hele diagonaal, die Ftrek is