Het is wel handig om de vraagstelling ook op te nemen zodat we weten wat gevraagd wordt en hoe jij daarop hebt geantwoord.

Een staaf kan roteren rond het punt P; de rotatie-as is evenwijdig met de z-as. Bepaal de grootte, de richting en de zin van de hoekversnelling van de staaf. [Tip: grootte krachtmoment τ = r · F · sin(θ) = r⊥ · F = r · F⊥]

 

dan bepaal je eerst het traagheidsmoment I van de staaf
dat gaat bijna goed, maar daar zitten twee fouten in:
1) als je zoals jij doet de stelling van steiner toepast moet die eerste term wel het traagheidsmoment voor draaiing rond het massamiddelpunt zijn.

dus

met l de lengte van de staaf en d de afstand van het massamiddelpunt tot de draaingsas
Jij gebruikt 1/3 m·l² en die geldt voor een draaiing van de staaf rond zijn uiteinde. 

2) je gebruikt pythagoras voor l en d, maar vergeet die in het kwadraat te zetten.

moment berekenen gaat goed, 400 N x 3 m = 1200 Nm
de rest, gebruik het draaiingsequivalent van F=m·a , te weten τ=Iα om je hoekversnelling te bepalen.
Moet nu goed gaan?


dan vind ik overigens niet de in de afbeelding gegeven antwoord, maar 1,03 rad/s² 
Ik zie niet welke fout ik maak, dus zal het wel aan het antwoordenboekje liggen, dat komt ook wel vaker voor.  

Groet, Jan

Ik zag ook net dat ik mijn kwadraten vergeten was, maar het komt nog steeds niet uit. Dit komt 1,30624 rad/s² uit. Misschien is het dan gewoon een foutje van het boek.. 

nee, volgens mij niet: 

I = 1/12 *250*(4²+4²) + 250*(1²+1²) = 1166,666... kgm²
τ=400*3=1200 Nm

α=I/τ =1200/1166,666... = 1,02856 rad/s²
dan nog het correcte aantal significante cijfers....

wil je het nog beter doen, maar dan ben je ruim achter de komma bezig, dan moet je in dat traagheidsmoment ook nog rekening houden met de diameter van de staaf, die lijkt met 20-25 cm ook niet volledig verwaarloosbaar.
 (en dan Steiner er nog bovenop)