dag Evy,
het gaat om deze opgave denk ik?
http://www.natuurkunde.nl/opdrachten/439/knipperlampje-havo1-2008-2-opg-3ik lees daar nergens dat :
Evy plaatste:
..//.. het knipperlampje 2 x zo lang brandt als de spanning 2 x zo klein wordt.
../..
??
Je redenering is
kwalitatief goed, dwz, als de spanning daalt, daalt het vermogen, daardoor daalt de warmte-afgifte en daarom duurt het langer voordat de bimetaalschakelaar zover opwarmt dat die de boel weer uitschakelt.
Maar
kwantitatief klopt je redenering niet!!!
vermogen bereken je met P=U·
Iin die formule kun je I substitueren uit de wet van Ohm: I=
U/Rbekijk eens wat door die substitutie een nieuwe formule voor P wordt?
Is dat nog een rechtevenredig verband, m.a.w., wordt P nog 2 x zo klein als U 2 x zo klein wordt??Verder is er nog een praktisch probleem dat jou wel een beetje meehelpt: namelijk dat een minder heet gloeidraadje ook een kleinere weerstand zal hebben. Een gloeilampje is verre van een zg Ohmse weerstand (ideale weerstand) Maar dat verband tussen temperatuur en weerstand is geen mooi recht of kwadratisch verband dus dat maakt je kwadratische kromme niet terug recht.
Ten slotte gaat het erom wanneer dat bimetaaltje netto voldoende warmte heeft opgenomen: wie zegt jou dat een twee x zo hoge lamptemperatuur ook een twee keer zo grote netto warmte-overdracht per seconde naar dat bimetaaltje veroorzaakt? Ook dat ligt zeker niet voor de hand.
Als de zaak zo simpel was geweest als jij hoopt, dan hadden we wel een extra opdrachtje daarover aan die opgave vastgeknoopt. Maar zoals je hierboven ziet wordt dat een tikje te ingewikkeld.
Groet, Jan