Satellieten

Ayoub stelde deze vraag op 01 januari 2016 om 02:23.
Hallo,

Ik moet dit jaar voor mijn vwo examenjaar een profielwerkstuk maken over een onderwerp voor een gekozen vak. Ik heb gekozen om de natuurkunde achter satellieten te onderzoeken. Ik heb dit bewust gedaan omdat het boordevol natuurkunde zit. 

Echter ben ik bang iets te missen van het gehele proces. Ik heb gekozen om als onderzoek een satelliet operatie (waarvan ik nog een exacte satelliet voor moet uitkiezen voor het concrete effect) op te delen in drie fases:

- Raketnatuurkunde van grond tot horizontaal vlak ten opzichte van de aarde
- Natuurkunde achter het in de baan blijven van de satelliet
- Tot slot de natuurkunde achter de communicatie van satellieten (ben er nog niet uit of het weer of GPS wordt)

Heeft iemand tips? ik ben al wat formules aan het verzamelen voor deze genoemde fases. Dingen waar ik op moet letten of verwijzingen die zouden helpen zou ik erg graag naar doorverwezen willen worden.

Ik hoor het graag als iemand tips heeft hoe ik het het beste kan opdelen en waar ik op moet letten!

alvast bedankt

Reacties

Jan van de Velde op 01 januari 2016 om 02:48
dag Ayoub,

Klinkt als een interessant onderzoek. Op het idee gebracht :) door alle raketten die deze nacht die banen niet haalden?

Hoort hier ook een praktisch deel bij, en zo ja, heb je daar al iets voor in gedachten?

wat me zo gauw te binnen schiet om minstens aan te stippen:
  • lagrange-punten
  • ruimtepuin

voor de rest, kom vooral af als je specifiekere vragen hebt: we zijn ook geen rocket scientists, maar we kunnen dan allicht helpen om naar de oplossing te zoeken.

Groet, en een succesvol 2016 gewenst.
Jan
Theo de Klerk op 01 januari 2016 om 11:31
Google eens op "rocket physics" en er komt van alles boven water. Ook de bekende waterraket waarmee je wel geen baan om de aarde krijgt maar wel het principe van actie=reactie kunt uittesten wat voor raketten belangrijk is.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft twee appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)