vertraging

Robin stelde deze vraag op 27 december 2015 om 22:45.

 Hallo,

ik heb een probleem met het berekenen van de vertraging.
Voor mijn PO hebben mijn partner en ik een slinger beweging geanalyseerd en daar bij de versnelling van elke kwart van de trilling berekent. De eerste driekwart ging prima, alleen de bij laatste kwart van de trilling zitten we vast.

De slinger heeft een snelheid van -1,5 m/s^2 (Hij gaat terug zou je kunnen stellen)
de slinger vertraagt naar 0 m/s in 1,3 s

ik heb vervolgens a= dv/dt gebruikt en vulde in
a = (0 - -1,5)/1.3 = 0,85 m/s^2

ik snap niet meer wat ik fout doe.

kunnen jullie mij helpen?

groetjes,

Robin
4VWO

Reacties

Jan van de Velde op 27 december 2015 om 23:59

Robin plaatste:


De slinger heeft een snelheid van -1,5 m/s^2

dag Robin,

dat rode is een typefout neem ik aan? (overigens hebben we hier superscriptknopjes [] e.d. ter beschikking om o.a. kwadraatjes te typen) .

Verder maak je hier geen teken(±)fout als je dat bedoelt, MITS je de richting waarin je slinger in dat laatste kwart beweegt als negatief hebt gedefinieerd. Dan heb je een negatieve snelheid, en als die naar 0 gaat neemt die dus eigenlijk niet af, maar toe. Een positieve versnelling klopt dus als een bus. 

Wel maak je een suffe rekenfout.
1,5/1,3 is natuurlijk groter dan 1, niet kleiner.
Je hebt zo te zien abusievelijk 1,3/1,5 in je rekenmachine geklopt. 

Je beseft overigens wel dat in een slingerbeweging de versnelling nergens constant is hè, dus wat je nu hebt berekend is de gemiddelde versnelling over dat laatste kwart. 

Groet, Jan
Robin op 28 december 2015 om 00:05
Beste Jan,

Dit verklaart best een hoop nu. Dit zal ik verwerken in mijn PO
en inderdaad best een suffe rekenfout.
Dankjewel voor de hulp

Robin

Jan van de Velde op 28 december 2015 om 00:23
Ik maak uit je antwoord op dat je tóch een tekenfout vermoedde. Maar dat vermoeden had je dan in je derde kwart (dus voorbij het evenwichtspunt) ook al moeten krijgen. Daar dus een tekenfout gemaakt dan? 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft twintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)