Bij het onderdeel magnetisme blijf ik haken bij de wet van Lenz. Waarschijnlijk komt dit omdat in mijn boek in de uitleg ook de Lorentzkracht gebruikt wordt en ik zo alles door elkaar haal..
Als ik het goed heb zegt de wet van Lenz dat als de flux in een spoel verandert, in de spoel een zodanige inductiespanning ontstaat dat de fluxverandering wordt tegengewerkt.
In mijn boek staan twee wetten van Lenz. Er staat:
Wet van Lenz voor beweging: de richting van de inductiestroom is zodanig dat de (lorentz)kracht tegengesteld is aan de bewegingsrichting.
Wet van Lenz voor flux: bij een toenemende flux zorgt de inductiestroom voor een tegengesteld magneetveld, bij een afnemende flux voor een magneetveld in dezelfde richting.
Alleen de tweede versie snap ik, maar als het begrip lorentzkracht om de hoek komt kijken ben ik de weg kwijt.
Kunt u dit uitleggen met een simpel voorbeeld?