kracht zitting op bestuurder

Sofie stelde deze vraag op 01 november 2015 om 12:38.

Een wagen staat op een helling met hellingshoek 15◦. Bereken de kracht van de autozetel op de bestuurder (m = 88 kg) in de volgende twee gevallen:

(A) De wagen trekt op (naar boven) met een versnelling gelijk aan 2m/s2.

(B) De wagen rijdt omhoog met een constante snelheid van 15 m/s.

 Ik heb de tekening eens proberen uitwerken en dan kom ik uit:

y-as: N=Gcos15°

x-as: -Fw - Gsin15 + Fzetel=ma

Maar mijn probleem ik dat ik nu 2 onbekenden heb nl. Fzetel en de wrijvingscoëfficiënt.

Zou iemand mij kunnen helpen?

Alvast bedankt!

 

Reacties

tdk op 01 november 2015 om 13:13
Ik denk dat je Fzetel hier mag vergeten: spiegelgladde zitting waardoor de bestuurder naar achteren glijdt maar door de rugleuning wordt tegengehouden en in de richting can de wagenbeweging wordt geduwd (3e wet van Newton)
Sofie op 01 november 2015 om 13:58

tdk plaatste:

Ik denk dat je Fzetel hier mag vergeten: spiegelgladde zitting waardoor de bestuurder naar achteren glijdt maar door de rugleuning wordt tegengehouden en in de richting can de wagenbeweging wordt geduwd (3e wet van Newton)

Dan snap ik niet goed hoe je die kracht dan kan berekenen? Dan is de kracht van de zetel toch gewoon gelijk aan ma? Maar ik zou 925N moeten uitkomen

 

Theo de Klerk op 01 november 2015 om 16:24
De zwaartekrachtscomponent langs de helling zal de bestuurder naar achteren doen gaan. Dit gebeurt niet omdat de zetelrug hem met gelijke kracht de andere kant op duwt. Ze zijn dan even groot en tegengesteld. De kracht is altijd F =m.a maar de a is gelijk aan g sin α maar tegengesteld.

krachtsparen zijn
(1) zwaartekracht aarde-op-bestuurder en (2) bestuurder op aarde
(3) kracht rugleuning-op-bestuurder en (4) gewicht-langs-helling bestuurder op rugleuning

Component (1) langs helling en (3) werken op bestuurder en geven een resulterende kracht F=ma die 0 kan zijn.

Jan van de Velde op 01 november 2015 om 17:05
Via een aanvoelbare omweg, in plaatjes:



zwaartekracht, ontbonden.


dan:



normaalkrachten die de stoel dus moet uitoefenen om de zwaartekrachtgevolgen op te heffen, én om de passagier hellingop te versnellen (m·a, groen).



ten slotte: 


 de resultante van dat alles.
En dat komt inderdaad in de buurt van die 925 N uit. 

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

of de kortere pad waarvan je mogelijk pas achteraf de logica ziet:



de rest is rekenwerk waartoe je prima in staat lijkt :)

groet, Jan


Sofie op 01 november 2015 om 17:09
Bedankt voor de moeite allebei! Het is inderdaad niet zo moeilijk nu ik het zo zie! De wrijvingskracht heeft mij onnodig in de war gebracht! ;)

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft zes appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)