Reacties
Jan van de Velde
op
12 september 2015 om 17:48
Dag Kristel,
dat is voor dummies niet uit te leggen, de smarties weten namelijk ook niet hoe dat zit. De befaamde natuurkundige Feynman zei ooit over de kwantummechanica dat die onbegrijpelijk is, en dat iemand die beweert het wel te begrijpen het dus écht niet begrepen heeft (vrij vertaald).
Wel heb je iets niet helemaal goed voor: een deeltje reageert volgens de kwantummechanica niet anders OMDAT het geobserveerd wordt. Maar bijvoorbeeld de plaats van het deeltje is onzeker TOTdat het geobserveerd wordt. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het deeltje overal is -en dan eigenlijk misschien niet eens een deeltje is maar een golf- totdat je het detecteert.
Met dat soort veronderstellingen poogt men het gedrag van deeltjes zoals in dat double-slit experiment te beschrijven en verklaren.
Met andere woorden, de wereld is zelfs gekker dan die al lijkt. Er is nog héél veel uit te zoeken en te verklaren. Elk "antwoord" dat we vinden levert eigenlijk alleen maar tien nieuwe vragen op.
Niels Bohr, nog zo'n grote naam op dit gebied, moet gezegd hebben:
"If you can fathom quantum mechanics without getting dizzy, you don't get it".
Dus nee, er is geen uitleg, laat staan een uitleg voor dummies. Er is wel een geweldige uitdaging....
Sorry, Jan
dat is voor dummies niet uit te leggen, de smarties weten namelijk ook niet hoe dat zit. De befaamde natuurkundige Feynman zei ooit over de kwantummechanica dat die onbegrijpelijk is, en dat iemand die beweert het wel te begrijpen het dus écht niet begrepen heeft (vrij vertaald).
Wel heb je iets niet helemaal goed voor: een deeltje reageert volgens de kwantummechanica niet anders OMDAT het geobserveerd wordt. Maar bijvoorbeeld de plaats van het deeltje is onzeker TOTdat het geobserveerd wordt. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het deeltje overal is -en dan eigenlijk misschien niet eens een deeltje is maar een golf- totdat je het detecteert.
Met dat soort veronderstellingen poogt men het gedrag van deeltjes zoals in dat double-slit experiment te beschrijven en verklaren.
Met andere woorden, de wereld is zelfs gekker dan die al lijkt. Er is nog héél veel uit te zoeken en te verklaren. Elk "antwoord" dat we vinden levert eigenlijk alleen maar tien nieuwe vragen op.
Niels Bohr, nog zo'n grote naam op dit gebied, moet gezegd hebben:
"If you can fathom quantum mechanics without getting dizzy, you don't get it".
Dus nee, er is geen uitleg, laat staan een uitleg voor dummies. Er is wel een geweldige uitdaging....
Sorry, Jan
Theo de Klerk
op
12 september 2015 om 19:43
Het probleem is dat we steeds proberen iets in het heel kleine toch voor te stellen door iets uit onze grote wereld. Zo wordt een atoom een mini-zonnestelsel maar dat is het niet. Een elektron wordt als balletje voorgesteld, maar is dat niet. Wat het wel is? Geen idee. We kunnen het namelijk niet zien. Zien betekent licht(deeltjes) eropafsturen. Maar die zijn in verhouding zo groot dat je a.h.w. een olifant naar een mug laat zoeken. Dat lukt niet: er is iets nodig kleiner dan die mug. Of hier: kleiner dan een elektron. En dan "zie" je wel maar niet zoals op een foto. Je constateert een wisselwerking, een interferentiepatroon. Zoals je water op een dijk kan afsturen: dat klotst terug maar daarmee weet je alleen dat "ergens" een obstakel zit, maar niet hoe dat (die dijk) eruit ziet.
Licht bleek soms gedrag te vertonen van een golf en soms van een deeltje, maar het is geen van beide. De Fransman De Broglie (spreek uit: de Brui-je) stelde toen dat deeltjes misschien dan ook wel golfeigenschappen hebben. Dat bleek zo te zijn.
Het experiment van Young (plaatje hierboveen) gaf aan dat 1 deeltje ineens tegelijk door 2 spleten leek te gaan want er er ontstaat een interferentiepatroon achter die spleten. Maar dat deeltje is geen golf: zijn golf geeft alleen maar de waarschijnlijkheid aan dat het zich ergens bevindt. Als je deeltjes een voor een afvuurt op de spleet dan zie je dat het op 1 plek achter die spleet landt. Maar vele deeltjes later komt toch dat interferentiepatroon weer tevoorschijn. Vele deeltjes samen gedragen zich met een waarschijnlijkheid ergens terecht te komen. En niet allemaal op dezelfde plek. Onderstaande plaatjes tonen dit na enkele (100) elektronen te hebben afgeschoten en na een heleboel (70 000). (Plaatje uit Cutnell & Johnson - Physics).
Die waarschijnlijkheid kun je een beetje zien als een ronddraaiende munt. Zolang die draait kan hij kop of munt leveren bij vallen. We weten het alleen niet. Als je de munt met je hand neerslaat (een observatie doet) dan ineens is het kop of munt en niet meer een beetje van beide.
Licht bleek soms gedrag te vertonen van een golf en soms van een deeltje, maar het is geen van beide. De Fransman De Broglie (spreek uit: de Brui-je) stelde toen dat deeltjes misschien dan ook wel golfeigenschappen hebben. Dat bleek zo te zijn.
Het experiment van Young (plaatje hierboveen) gaf aan dat 1 deeltje ineens tegelijk door 2 spleten leek te gaan want er er ontstaat een interferentiepatroon achter die spleten. Maar dat deeltje is geen golf: zijn golf geeft alleen maar de waarschijnlijkheid aan dat het zich ergens bevindt. Als je deeltjes een voor een afvuurt op de spleet dan zie je dat het op 1 plek achter die spleet landt. Maar vele deeltjes later komt toch dat interferentiepatroon weer tevoorschijn. Vele deeltjes samen gedragen zich met een waarschijnlijkheid ergens terecht te komen. En niet allemaal op dezelfde plek. Onderstaande plaatjes tonen dit na enkele (100) elektronen te hebben afgeschoten en na een heleboel (70 000). (Plaatje uit Cutnell & Johnson - Physics).
Die waarschijnlijkheid kun je een beetje zien als een ronddraaiende munt. Zolang die draait kan hij kop of munt leveren bij vallen. We weten het alleen niet. Als je de munt met je hand neerslaat (een observatie doet) dan ineens is het kop of munt en niet meer een beetje van beide.
Kristel
op
17 september 2015 om 19:30
Thnx 😊👍