praktische opdracht

eline stelde deze vraag op 07 juni 2005 om 19:45.
heejheej

wij doen onze PO over de snelheid van een varend bootje bepalen. hierbij nemen we verschillende soorten bootjes en verschillende gewichtjes om te laten zakken zodat het bootje dat bevestigd is aan het touw (het touw zit aan de andere kant weer vast aan katrollen waar het gewichtje aan hangt) zich voortbeweegt. we nemen steeds een ander gewichtje en een ander bootje om te kijken wat dan de invloed daarvan op de snelheid is... het is een beetje (heel erg) krom uitgelegd maar ik hoop dat jullie er iets van snappen:?

nu moet er in dat PO ook een stukje theorie zitten maar we hebben helemaal niks gevonden:? weten jullie nog een goeie site waar je voor dit onderwerp info kunt opzoeken of hebben jullie zelf misschien info???

alvast bedankt doeii

Reacties

Lisa op 08 juni 2005 om 13:14
Hallo,

nou de snelheid van je bootje is afhankelijk van de kracht waarmee je eraan trekt en de vorm van het bootje (voor lucht- en waterweerstand). Afhankelijk van hoe jullie bootjes eruit zien, boven en/of onder water, kan je de weerstand op het bootje bepalen + de kracht waarmee jullie eraan trekken. De resterende kracht zorgt dan voor de versnelling van het bootje, en die versnelling hebben jullie gemeten (en de massa van dat bootje ook).

Effecten van de stroming van het water zou verwaarlozen, dit maakt de zaak alleen maar ingewikkeld, dus hopelijk is jullie badje van relatief grote afmetingen zodat deze verwaarlozing inderdaad terecht is. En anders kan je het gebruiken voor het geval dat theorie + experiment niet overeenkomen.

Succes.
stefan op 08 juni 2005 om 16:01
hallo ik las het bericht over die luchtweerstand en waterweerstand maar hoe bereken je dat dan eigenlijk voor een boot want ik doe ook een werkstuk over boten maar dan met de weerstand in het water en lucht dus vandaar.. [nat]
Lisa op 09 juni 2005 om 15:46
Hoi Stefan,

dat doe je met de formule voor (luchtweerstand): F=½cw*A*v²*ρ

cw= weerstandscoefficient (factor voor de vorm van je booje) A=frontaal oppervlak v=snelheid ρ=luchtdichtheid.

Bepaalde constanten zal je dus op internet of in boeken op moeten zoeken. Bedenk wel dat de luchtweerstand vergeleken met de waterweerstand voor de meeste bootjes uit dit soort proefjes te verwaarlozen is. 

Succes.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft vijf appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)