ballonnen vullen
Elke stelde deze vraag op 19 augustus 2014 om 10:39.Ik ben bezig met een oefening uit mijn werkboek, ik heb de eerste en tweede vraag kunnen oplossen, maar ik heb last met de laatste vraag. De volledige vraag gaat als volgt:
Om ballonnen te kunnen vullen heeft Gerald een gasfles gevuld met 1,13 kg (1130 gram) He- gas (He met molaire massa van 4 g/mol). Het gas in de fles heeft een temperatuur van 15°C (288K) en een volume van 0,05m^3.
a) bereken de druk in de fles: door middel van de algemene gaswet p= (r*T*m)/V = 135 bar
b) hoeveel ballonnen kan hij theoretisch vullen als elke ballon een volume van 9,10 l (0.0091m^3), druk van 1,038 bar en een temperatuur van 288K heeft? Eerst bereken ik het aantal mol van de fles en dan het aantal mol per ballon en deel ik deze waarden door elkaar. dan bekom ik 714 ballonnen.
c) hoeveel ballonnen heeft hij gevuld als de druk in de fles gedaald is tot 20 bar? Deze opgave zou ik als volgt oplossen: ik bereken via de wet van Boyle en Mariotte het nieuwe volume als de druk is gestegen tot 20 bar. Dit zou 0,3375m^3 zijn. Dan bereken ik het aantal mol via de algemene gaswet. n= (P*V)/(T*R) = (20 *10^5 Pa * 0.3375 m^3) / (288K * 8.31 J/(K*mol)) = 282.0397112 mol. Dan zou ik deze waarde terug delen door het aantal mol in de ballon, maar dan kom ik terug op 714 ballonnen? Het juiste antwoord zou 607 ballonnen moeten zijn.
Ik begrijp niet wat ik verkeerd doe?