Het periodiek systeem geeft meestal een "gewogen" massa van de elementen: d.w.z. bijdragen van de verschillende isotopen (die elk een andere massa hebben) en hun procentuele bijdrage in hoe ze in de natuur op aarde voorkomen.
Daarom is voor een element niet de massa van een enkel isotoop maar de gewogen waarde van alle isotopen samen genomen.
Verder zijn alleen de 12 kerndeeltjes van C-12 precies op atoommassa 12 gesteld. Andere kernen van elementen zijn geen geheeltallige getallen omdat een deel van de bindingsenergie tussen de kerndeeltjes ook (met E = mc2) ook als massa meetelt.
Van chloor komen toevallig in de natuur twee stabiele isotopen veelvuldig voor, 35Cl en 37Cl, in een verhouding van ongeveer 3:1. De gemiddelde atoommassa in een portie chloor is dan ook ongeveer 35,5 u.