De factor 1/2 komt van het feit dat de spin in het midden hangt tussen twee gelijk lange draden. Dat betekent dat zijn gewicht (m.g) gelijkelijk verdeeld wordt over beide draden. Gelijkelijk = ieder de helft.
De (vertikale componenten van de) spankrachten leveren tezamen een kracht recht naar boven op, die het gewicht van de spin compenseert. Dat betekent dat de echte spankracht groter moet zijn (want die levert ook nog en horizontale component op).
Tussen de richting van de spankracht (per draad) en de richting recht omhoog zit een hoek van 110/2 = 55 graden. En de vertikale component van elke kracht is 1/2 gewicht van de spin.
Kun je het zo wel weer rechtbreien in je berekeningen?