Lorentzkacht

Roos stelde deze vraag op 14 mei 2014 om 17:35.

Zou iemand misschien vraag 45 d kunnen uitleggen?

Reacties

Theo op 14 mei 2014 om 18:19

Heb je de kracht in de punten P en Q kunnen bepalen (de Lorentzkrachten: F = B.I.L  maar dan wel alleen met de B-component die loodrecht op de draad PQ staat, dus minder dan de hele B die getekend is)?

Het moment van een kracht is gedefinieerd als M = kracht x arm

De kracht ken je, de draaias zit bij "as". De arm is de loodrechte afstand van tussen as en werklijn van de krachten.  Dus teken lijnen door de krachten. En maak vanuit de "as" een lijn die loodrecht op die werklijn valt. De lengte van die lijn is de arm. Door opmeten of als je de hoek kent, kun je de armlengte bepalen of berekenen en daarmee het moment van elke kracht. Zie bijlage (kracht hier in willekeurige richting getekend - niet per se de Lorentzkracht van eerdere vragen)

Beide krachten samen oefenen een "koppel" uit (twee momenten die iets in dezelfde richting laten ronddraaien)

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft vijfentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)