De laatste opdracht van het tentamen, ik ben erg benieuwd of mijn antwoorden correct zijn.
Tritium (3H) is radioactief en vervalt tot 3He met een halveringstijd van 12 jaar.Neem voor de massa van een 3H-atoom 3,01605 u en neem voor de massa van een 3He-atoom 3,01603 u. (Gegeven zijn dus atoommassa's en geen kernmassa's.)
a. Geef de vergelijking van dit vervalproces.
H-3 (atoomnummer 1) --> elektron + He-3 (atoomnummer 2)
Welk deeltje komt er bij dit verval vrij ?
Een elektron.
b. Bereken de energie die bij de reactie vrijkomt.
met e = m(c^2)
Massa voor reactie:
3,01605 u - 1e = 3.01550142u
Massa na reactie:
3.01603 u - 2e = 3.01493 u
hierbij nog optellen 1 e (0.00054858 ) = 3.01548142
Verschil voor-na: 0.00002 u
x 1.66054 x 10^-27 = 3.32108 x 10^-32 kg
3.32108 x 10^-32 x (c)^2 = 2.98483785 x 10^-15 J
Voor radioactief verval geldt de volgende eigenschap: Is op zeker tijdstip t het aantal radioactieve kernen N(t), dan is na een vaste tijd het aantal kernenverminderd met een zeker percentage van N(t). Dat percentage is onafhankelijk van het tijdstip t.
c. Leg dit uit.
Het aantal radioactieve kernen N halveert na een vaste tijd, in dit geval 12 jaar. Er blijft dan 50 procent over van de oorspronkelijke hoeveelheid, ongeacht wat deze hoeveelheid was. Na 24 jaar is er dan nog 50% van de 50% over, dat is 25%.
d. Bereken voor het radioactieve tritium het percentage waarmee het aantal tritiumkernen per jaar vermindert.
N(t) = N(0) x (1/2)^(t/halfwaardetijd)
N (t) = 100 x (1/2)^(1/12) = 94,39
Het is na een jaar dus met 100-94,39 = 5,6 procent verminderd
Ik kijk uit naar de verbeteringen!