CCVN tweede voorbeeldtentamen opgave 4
Romy stelde deze vraag op 26 november 2013 om 13:33.De afstand van de onderkant van de spoel (De spoel KLMN is rechthoekig, hoogte van 10,0 cm, breedte van 8,0 cm en heeft 200 windingen van koperdraad en een weerstand 3,00) tot de grens van het magnetische veld wordt y genoemd.
Als de spanningsbron (6V) nog niet is aangesloten, is y gelijk aan 5,0 cm. De spanningsbron wordt nu aangesloten, zodat de veer verder wordt uitgerekt doordat er een lorentzkracht werkt. Daarbij gaat de spoel niet draaien. De stroomsterkte in de spoel kan worden veranderd door de schuif van de schuifweerstand (10 ohm) te verplaatsen. Bij een grotere stroomsterkte door de spoel rekt de veer meer uit. Uit de toename van y kan de lorentzkracht worden bepaald. Het resultaat van de metingen is weergegeven in figuur 2
.
c. Leg uit hoe het magnetische veld is gericht.
De stroom loopt van + naar - en de Lorenzkracht werkt naar beneden. Linkerhandregel: ik kijk bij deel Q-K, dan wijs ik met mijn vingers naar rechts en mijn duim naar bedenen. Hieruit volgt dat het magnetische veld van achter naar voor loopt. Klopt dit? Mijn verwarring ontstaat doordat op elk ander punt waar ik de linkerhand regel toepas ik niet op een antwoord uitkom.
d. Bereken de grootte van de magnetische veldsterkte.
Ik dacht dat ik hiervoor E = Fel/q (1) of E = U/x (2) moest gebruiken.
Met beide formules weet ik niet waar ik de grootheden vandaan moet halen, dus toen bedacht ik dat ze hier misschien naar B vragen?
Deze komt voort uit Fl = BIl
B =Fl / (Il)
Fl = bijvoorbeeld 2N
Dan is I = 0.5A
Voor l geldt lengte van de spoel = (8+10+8+10)x200 = 7200cm=72m
Invullen geeft B= 0.05555556T
e. Vanaf een bepaalde waarde van de stroomsterkte in de spoel blijkt de uitrekking van de veer niet verder toe te nemen bij een toename van de stroomsterkte.
Dit is als de Lorenzkracht zijn maximale waarde heeft bereikt en de spoel geheel in het magnetische veld hangt. In begintoestand is y 5cm. Totale hoogte van de spoel is 10cm, dus y is maximaal 10cm.
De spanningsbron en de schuifweerstand met de toevoerdraden tot aan P en Q worden verwijderd. Men trekt de spoel 4,0 cm uit de evenwichtsstand omlaag en laat die dan los. De spoel gaat dan harmonisch trillen. Daardoor verandert de door elke winding omvatte magnetische flux. Het verloop van ? door één winding is in figuur 3 weergegeven als functie van de tijd. De veer heeft een veerconstante van 240 Nm–1. De spoel is om een blokje gewikkeld.
f. Bepaal de totale massa van het blokje met de spoel.
T= 2pi x wortel(m/C)
T = 0.5375-0.051 = 0.4865 sec voor 2 trillingen. 0.4865/2=0.24325 sec voor 1 trilling = T
m = (Cx(T^2))/(4x(pi^2))
Invullen geeft m = 0.3597 kg
g. Bepaal de maximale waarde van de spanning die tussen P en Q ontstaat. Maak zonodig gebruik van figuur 3.
De (inductie)spanning is het hoogst als de magnetische flux het meest veranderd per seconde. Dit is waar de grafiek het steilst loopt en dus door de evenwichtsstand gaat. Raaklijn bij t=0.185.
Uind = N x (verandering flux/verandering t)
Uind = 200 x ((0.02-0)/(0.235-0.15) = 4.706 V
Kan iemand mij helpen met het corrigeren van mijn fouten en het helpen bij het vinden van antwoorden?
Dankjewel!