Twee systeemborden of twee pulsentellers?
Een pulsenteller kan blijkbaar tussen 0 en 15 tellen (4 lampjes, binair 0000 = decimaal 0 = alles uit, binair 1111 = decimaal 15 = alle lampjes aan).
Als je in het normale decimale stelsel van 0 naar 9 telt en dan er eentje bijtelt, dan wordt dit 10. Dat wil zeggen dat de teller die op 9 stond weer in de begintoestand 0 gaat staan en dat we een extra teller nemen die gaat bijhouden hoe vaak dat is gebeurd. Nu voor het eerst, dus een "1". Die plaatsen we voor de 0 van de eenhedenteller. De 1 stelt een tiental voor: 1 x meer dan 0-9 geteld. Als we bij 19 komen en er een bijtellen wordt de 9 weer 0 en hogen we de tweede teller op van 1 naar 2: er is nu 2x tot 10 geteld (=20 decimaal).
Binair werkt dat ook zo: na 1111 (decimaal 15) zal nog door er nog een bij te tellen tot 0000 leiden. Maar dit is de 1e keer, dus we willen dat onthouden in een tweede teller die we van 0 naar 1 zetten (ook wel de "overflow genoemd). En als de eerste teller weer van 0000 naar 1111 is gegaan en opnieuw naar 0000 springt, dan hogen we de 2e teller met eentje op (van 0001 naar 0010): de eerste teller is nu 2x van 0000 naar 1111 gelopen.
De tweede teller houdt dus het aantal malen bij dat de eerste van 0000 via 1111 weer naar 0000 sprong. Dat is elke zestien ophogingen van de eerste teller van 0 (0000) naar 15 (1111).
Je moet dus iets verzinnen waardoor de overgang 1111 > 0000 telkens de tweede teller met een eenheid ophoogt. Dat zal opnieuw 16 keer kunnen zodat je nu kunt tellen van binair 0000 0000 tot 1111 1111 (= 255 decimaal = 28 -1 omdat we bij 0 beginnen te tellen)