"Netto" betekent "overgebleven". Bij krachten kunnen er diverse werken. Bijv. eentje die naar links trekt en eentje die naar rechts trekt. De "netto" kracht is dan de resultante, de kracht die overblijft als alle krachten bijelkaar geteld zijn. Bijv. Trekken naar links met 100 N en naar rechts met 60 N geeft een netto kracht die naar links gericht is en gelijk is aan 100 - 60 = 40 N

In jouw voorbeeld is de netto kracht ook de enige. Had de auto nog last gehad van wind (luchtweerstand) die tegen de kracht van de auto inwerkt, dan had de netto kracht gelijk geweest an kracht auto minus kracht wind.

Maar in jouw geval: (100 km/h = 27,8 m/s

a) versnelling:  a = Δv/Δt  = (27,8 - 0)/(2,55 - 0)     (m/s²)

b) (op)trekkracht van de auto:  F = m.a = 2080 . a    (newton)

voorbeeld:

Een honda trekt vanuit stilstand eenparig versneld op met een versnelling van 2,0m/s

A; bereken de tijd die nodig is om een snelheid van 90km/h te bereiken.

B; bereken de afstand die de honda in deze tijd aflegd

Groetjes, henk

Dit zijn de basis-elementen die bij een versnelde beweging horen.

eenparig versneld betekent "de snelheid neemt elke seconde met een vast bedrag toe".  Bij een versnelling van 5 m/s² betekent dit dat vanuit stilstand de auto na 1 seconde 5 m/s snel gaat, na 2 seconden 2x5=10 m/s enz.

Omgekeerd betekent het ook dat je een versnelling kunt vaststellen voor iets dat beweegt. Als het op t=2 s met 10 m/s beweegt en bij t=1 s pas 5 m/s dan moet de versnelling zijn:
a = Δv/Δt = (10 - 5)/(2-1) = 5/1 = 5 m/s²

Versnellingen en krachten zijn aan elkaar gekoppeld: bij een kracht op een voorwerp, beweegt dit altijd versneld en als het versneld beweegt, dan moet er een kracht zijn. De relatie is de bekende 2e wet van Newton,  F = m.a

Dus alles op jouw Honda probleem toegepast:

De versnelling is a = 2 m/s²  (niet 2 m/s - dat is een snelheid). Als a = Δv/Δt dan is Δv= a . Δt  De snelheid neemt toe vanaf 0 m/s (neem ik aan) tot 90 km/h (= ... m/s).  Wat is de verandering Δv in de snelheid? De versnelling is a = 2 m/s² dus hoe lang is er nodig om die snelheid te bereiken?  (als Δv = a .Δt)

Bij eenparige versnellingen hoort ook een afgelegde weg. Die wordt algemeen gegeven door
s = 1/2 at²
a = 2 m/s² , de tijd nodig om van 0 naar 90 km/h te komen heb je ook al uitgerekend. Dus invullen in s = 1/2 at² levert?