Reacties
"het" vat met gas wordt nergens eerder genoemd, maar blijkbaar zit hierin ook gas onder een druk die in staat is om de kwikkolom naar beneden te duwen.
Bij hydrostatica is het steeds een kolom gas met een doorsnede (1 cm2 of 1 m2 - dat maakt niet uit) waarvan het gewicht op die doorsnede drukt. Voor jouw probleem mag je elke buis ook als even dik beschouwen (en de stand van het kwik ongewijzigd).
dus ik moet de waardes 4 cm2 en 16 cm2
Dag Richard,
wel er even rekening mee houden dat als het kwik in het dunne been 1 cm stijgt, de kwik in het dikke been maar 0,25 cm zal zakken. Zo worden die doorsneden van de kwikkolommen wél van belang voor bepaling van het verschil in kwikniveaus links en rechts.
Als er geen reden is om het hele geval in één formule te gieten zou ik dat niet doen. In een paar stapjes is wél zo makkelijk, en veel inzichtelijker en dus ook beter voor begripsvorming. Nádat je de stappen ziet die je zet om tot een correcte oplossing te komen kun je altijd nog proberen om je stappen tot één formule samen te brengen.
Groet, Jan
maar het gaat om cm2 dus oppervlakte toch?
die gegeven vierkante centimeters zijn de doorsneden van de buizen, oppervlakten dus. Om alle misverstand te voorkomen, we weten dus dat er aanvankelijk 80 x 16 = 1280 cm³ lucht aan 1,02 bar in dat gesloten been zit opgesloten.
oke, begin wat duidelijker te worden. maar wat moet ik dan met die 1280cm3. hoe pas ik die toe aan me formule?
sorry voor de late reactie
Doordat na aansluiten van dat vat het kwikniveau in het gesloten been daalt zal het volume gas erboven móeten toenemen. En dan komt de wet van Boyle om de hoek kijken.
Groet, Jan
okee bedankt.
een gesloten vloeistof meter heeft een openbeen met een doorsnede 4cm2 en een gesloten been met een een doorsnede van 16 cm2 . de kwikniveaus staan in eerste instantie even hoog en de lengte van de luchtkolom in het gesloten been is 80 cm. B=1,02 bar. het open been wordt op het vat aangesloten waardoor het niveau in het gesloten been 2 cm zakt.
Nu heb ik van deze opgaven de berekeningen gemaakt. doormiddel van plinks=prechts.
en de hoofdwet van hydrostatica en de wet van boyle.
Nu heb ik deze vraag een paar keer uitgwerkt maar kom elke keer op een fout antwoord.
rho kwik: 13600kg/m3
st +dan=2+2=4cm 0.04m
pb.vb=pe.ve
vb=80.16=1280cm3
ve=82.4=328cm3
102000.1280=pe.328 =398048pa
rho.g.h
13600.10.0,04=5440
398048+5440=395683pa
maar het antwoord moet zijn: 85912pa
Dag Richard,
zoals ik gisterean al zei:
wel er even rekening mee houden dat als het kwik in het dunne been 1 cm stijgt, de kwik in het dikke been maar 0,25 cm zal zakken. Zo worden die doorsneden van de kwikkolommen wél van belang voor bepaling van het verschil in kwikniveaus links en rechts.
Het hoogteverschil in kwik tussen links en rechts wordt dus geen 4 cm (dat zou het geval zijn als beide benen dezelfde doorsnede hadden) maar 10 cm.
verder:
pb.vb=pe.ve
vb=80.16=1280cm3
ve=82.4=328cm3
hier heb je de boel ook niet goed vast. de hoogte van de luchtkolom in dat dikke been wordt wel 82 cm, maar het nieuwe volume lucht wordt daarmee 82 x 16 = 1312 cm³.
Druk van de lucht in dat dikke been wordt dus 0,995 bar
Groet, Jan
Nergens staat precies wat nu eigenlijk berekend/gevraagd wordt in de open en aan een gasvolume verbonden barometer, maar in aanvulling op Jans opmerkingen helpen bijgaande plaatjes misschien.