Je schrijft zelf al:

m*g= 1/2*C_w*A*ρ*v²

m.g  is een constante (noemen we K₁) rondom het aardoppervlak, C_w is een constante (K₂), ρ van de lucht is een constante (K₃). Dus er staat:

K₁ = 1/2 K₂.A.K₃.v²

En omdat 1/2 constant is en constanten op elkaar gedeeld of vermenigvuldigd ook weer een (andere) constante levert (K₄) staat er:

K₄ = A.v²

Met wat simpele wiskunde kun je dit toch als v² = ...  herschrijven? (Je veronderstelling dat er een wortel-achtige formule uit moet komen klopt als je v = ... gaat zoeken. Maar het kwadraat blijkt te worden gevraagd)

Dag Thirza,
Je schrijft "Dit kan je herschrijven als v^2=(...)*A." Hoe kom je daarbij: uit een boek, van je docent, zelf bedacht?
Uit het krachtevenwicht volgt dat v^2=constante*A juist niet geldt.
Dat is ook logisch. Als je van hetzelfde stuk papier een kegel met een grotere A maakt, zal v kleiner zijn (minder spits valt langzamer).
Als zou gelden v²=constante*A, zou een kegel met een grotere A sneller vallen; dat is niet het geval.
Uit m*g=1/2*Cw*A*rho*v² volgt constante=A*v² of v^2=constante gedeeld door A. Dat zie je zelf ook wel, denk ik. Wat is nu het probleem?
Groeten,
Jaap Koole