Arbeid is de energie die gebruikt wordt door een krachtveld (als het iets kan verplaatsen in de richting van die kracht) of de energie die een externe krachtbron (bijv duwend of heffend persoon) gebruikt om tegen dit krachtenveld in te verplaatsen.
In beide gevallen is de arbeid W = F.s waarbij van de verplaatsing alleen het deel wordt geteld dat evenwijdig of tegengesteld aan het krachtenveld is.
In jouw geval is het krachtenveld van de zwaartekracht van aarde. Die is vertikaal naar beneden gericht. De verplaatsing die arbeid kost is dus alleen de verplaatsing in vertikale richting. Valt een voorwerp (in richting zwaartekrachtveld) dan verricht dit veld de arbeid. Nu due je het tegen het veld in en verricht Gon de arbeid.
Hoeveel meter duwt Gon de wagen omhoog? Dat is dan onze "s". Hoe groot is de zwaartekracht F op de wagen? Dan is de arbeid F.s
Het verhaal wordt ingewikkelder als er ook nog wrijving zou zijn: dan is er nog een kracht (wrijving) die tegengesteld is aan de voortbeweging en dus langs de weg gericht is. De weg is 3m lang en voor de arbeid modig om tegen de wrijving in te gaan is dan s=3m. Als de wrijvingskracht F bekend is, dan is de extra arbeid nodig tegen de wrijving F.s en die komt bovenop de arbeid nodig om de wagen omhoog te bewegen.