Dag Joline,
Je bent al een eindje onderweg, maar behalve de massa speelt de afstand van die massa tot de rotatie-as ook een rol natuurlijk. Een balletje van 10 gram dat met 1 rotatie per minuut op de bodem van een emmer ronddraait heeft véél minder rotatie-energie als eenzelfde balletje dat met 1 rotatie per minuut rond de aarde draait. Het balletje in de emmer kun je met een luciferstokje stilzetten, zijn tweelingbroertje dat met diezelfde ω rond de aarde draait zou wel eens vodoende energie kunnenhebben om dwars door een stuk of 10 betonnen muren te schieten.
In die formule reken je dus niet met massa, maar met de rotatie-equivalent van massa, het zg "traagheidsmoment" , I.
Voor een puntmassa die op een afstand R rond een as draait is dat traagheidsmoment I=mR². Voor andere voorwerpen is dat ook steeds te berekenen. Voor een aantal standaardvormen zijn die berekeningen al gedaan, bijvoorbeeld op wikipedia kun je formules vinden voor de traagheidsmomenten van schijven, staven etc die op verschillende manieren rond een as draaien:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Traagheidsmoment#Traagheidsmomenten_van_diverse_lichamen
Duidelijk zo?
Groet, Jan