Beschouw een elektrische schakeling als een spoorbaan met rangeer-emplacement met wissels. Op de verschillende rails staan wagonnen (weerstanden) achter elkaar.
Serie: je kunt langs 1 rails bewegen. Je moet echter van wagon naar wagon klauteren. Je verliest spanning (energie) bij elke wagon waar je doorheen gaat.
Parallel: je staat bij een wissel en je kunt kiezen of je langs baan A of langs baan B beweegt om het eindpunt te bereiken. Op elke baan staan 1 of meer wagonnen (die op die baan in serie achter elkaar staan). Afhankelijk van je keuze ga je door alle wagonnen van spoor A of van spoor B. Maar kies je A dan ga je niet door de wagonnen van spoor B en omgekeerd.
Voor de stroomspanning is het zo dat je evenveel spanning (energie) verliest of je nu langs spoor A of spoor B beweegt.