Dag Elisa,
Ik denk dat er aan het zinnetje dat je aanhaalt nog wel iets voorafgaat, bijvoorbeeld een voorbeeldkern die één neutron meer heeft (bijv 12) dan het aantal protonen (bijv 11). Of je dat een "overschot" moet noemen is de vraag, maar goed.
Verandert door β+ emissie een proton in een neutron, dan heeft de kern 13 neutronen en 10 protonen. Dat zijn dan ineens 3 neutronen meer dan het aantal protonen.
We zien in ieder geval dat door de β+ emissie het verschil in aantallen neutronen en protonen met 2 is toegenomen. Ik denk dat dát bedoeld wordt, en misschien is in de context van je boek de term "overschot" dan ook nog wel te verklaren.
Groet, Jan