De situatie die je beschrijft is niet wezenlijk anders dan het meten van de druk van een afgesloten gas of vloeistof met een barometer die aan een kant open is.
De hoogte van de vloeistofkolom in de open buis geeft een gewicht dat naar beneden drukt en daarmee de bloeddruk tegenwerkt. Als er evenwicht is dan zijn beide krachten gelijk en tegengesteld en daarmee de druk ook.
Een kolom van een vloeistof met dichtheid ρ (kg/m3) en hoogte h (m) heeft een druk van p = ρ.g.h Pa (of N/m2). Het hart is de pomp die bloed rondstuwt. Als de buis met bloed 2,36 m boven de hoogte van het hart uitsteekt, dan is de druk die deze 2,36 m hoge kolom uitoefent, genoeg om de bloed dat door het hart wordt rondgepompt tegendruk te geven. Het hart produceert een overdruk (tov de liucht) want het bloed wordt naar buiten geduwd (en zo worden infecties bij wonden tegengegaan). De extra druk tov de buitenlucht is even groot als de kolom bloed of de (wat hogere) kolom water. Blijkbaar is de dichtheid van water minder dan van bloed zodat je een hogere kolom nodig hebt om hetzelfde resultaat van tegendruk te krijgen.
Als je kunt uitrekenen wat de druk is bij 2,50 m water dan is dit hetzelfde als bij bloed van 2,36 meter en ook van een kleinere kolom kwik (met dichtheid 13,6 g/cm3). Dat moet je dan kunnen uitrekenen.
Vetweefsel is net als steunkousen voor wat de doorstroming van bloed betreft...