Reacties
Deze site en een ieder die daaraan meewerkt is geen deel van een justitieel fysische rechtspraak. Wat "wij" vinden is wat "wij" vinden. Dat is onze uitspraak en daar zal je het mee moeten doen ;-) .
Dus een leraar die ons ziet als internettende niet rijdende rechter zal verder moeten zoeken.
Ter zake. Wat ik vind. Wat ik mijn leerlingen vertel. Wat de meeste boeken vertellen. En overigens: de eindexameneisen stellen dat antwoorden met 1 significant cijfer meer of minder dan geldig, goed wordt gerekend.
Er is een verschil tussen meetwaarden en afgesproken, per definitie exacte, conversie-factoren. Daarnaast zijn "halveren", "in vieren" enz ook exact 1/2 (0,5000000...) en 1/4 (0,250000...)
Drie basisregels bij nauwkeurigheid:
- Bij vermenigvuldiging/deling: antwoord heeft aantal significante cijfers gelijk aan dat van het onderdeel met de minste significante cijfers (26,00 / 4,0 = 6,0 : 2 sign. cijfers)
- Bij optellen/aftrekken heeft het antwoord het kleinste aantal decimalen van de onderdelen. Daarmee kan het aantal significante cijfers wijzigen (bijv. 99,1 + 3,01 = 102,11 = 102,1 : 4 sign. cijfers waar de onderdelen er elk 3 hadden)
- Tussentijdse berekeningen niet afronden - pas aan het einde bepalen hoeveel significante cijfers via de berekening zijn meegenomen. Voortijdig afronden kan grote(re) fouten introduceren
(1) de afstand
1 zeemijl = exact 1852 m
19880 zeemijl = 19880 (nauwkeurig ± 0,5 mijl, 5 sign. cijfers) x 1852 (exact, oneindig aantal sign. cijfers)
= 36817760 m
Bij vermenigvuldigen blijven de minste aantal sign.cijfers over. Hier dus 5, zodat het antwoord moet worden aangepast tot
36817760 = 36817 . 103 + afronding = 36818 . 103 = 3,6818 . 107 m in "standaard notatie"
(2) de tijd
67 uur, 1 minuut en 46 seconden
Klaarblijkelijk kan in seconden gemeten worden, dus de aantallen uren en minuten zijn exact, de onnauwkeurigheid zit in de seconden (± 0,5 s). Als ook de uren onnauwkeurig zijn (± 0,5 uur) dan vallen de minuten en seconden sowieso weg als nep-nauwkeurig.
t = (67 x 60 x 60) + (1 x 60) + 46 = 241306 s (± 0,5 seconde)
Significante cijfers: 6
(3) de berekening
Regel bij berekeningen: niet tussentijds afronden maar pas aan het einde. Daarbij houd je rekening met de signficante cijfers die de delen van je berekening zouden moeten hebben.
Vgem = x/t = 36817760 / 241306 = 152,577059... m/s
De x heeft 5 significante cijfers, de tijd 6, de breuk daarmee de minste van de twee, dus 5
v = 152,57 + afronding = 152,58 = 1,5258 . 102 m/s
Je andere voorbeeld:
x = 1562,52 m
t = 14 s
zou v = x/t opleveren in m/s met maximaal 2 significante cijfers omdat t maar 2 cijfers heeft.
De 60,01 seconde is nauwkeurig op ± 0,005 seconden. Dus 4 significante cijfers. Omgezet in minuten is 60,01 s = 60,01/60 minuten = 1,0001666... minuten. Aantal significante cijfers blijft 4 (de omrekeningsfactor 60 = 60,00000....) dus 1,000 minuten. Daar "verlies" je dus wat in de afronding. Maar als je in minuten geinteresseerd bent, dan kan die 0,000166... -de minuut niet veel uitmaken. Het wordt anders als je weer met deze omrekening verder gaat rekenen. Bijv. bij een snelheidsberekening waarbij x = 400,00 meter. Dan ga je eerst onafgerond aan de gang:
v = x/t = 400,00 / 1,00016666 = 399,933... m/s
Nu nauwkeurigheid aangeven: x in 5 cijfers, t in 4, antwoord ook in 4: v = 399,9 m/s Voortijdige afronding zou geven 400,00/1,000 = 400,0 m/s en dat is weer een beetje meer fout)
Verder is de schoolmethode met de vooraan genoemde vuistregels ook niet meer dan dat. Voor serieuze berekeningen gelden complexere, eerlijker foutschattingen. Maar voor een, wat de Engelsen "ball-park figure" noemen of "eerste indruk" zijn de vuistregels goed genoeg.
Bedankt voor al de informatie, ik heb er veel van geleerd!