Nabijheidspunt berekenen

Brechje stelde deze vraag op 27 oktober 2012 om 11:54.

De vraag is:

Een oude vrouw heeft een leesbril met een sterkte van +2,75 dpt. Haar nabijheidspunt met bril ligt op 22cm voor haar ogen. Bereken haar nabijheidspuntafstand zonder bril.

Welke formules moet ik gebruiken (Ik dacht de lenzenformule en de formule voor lenssterkte) en welk gegeven is welk onderdeel van de formule? (Wie is v, b, etc.)

Alvast bedankt!

Reacties

Theo op 27 oktober 2012 om 12:30

Bij dit soort brillen- en lenzenvragen moet je onthouden dat de afstand waarom iemand iets ziet of vasthoudt met een bril op de voorwerpsafstand is. Immers, daar bevindt zich het voorwerp (een boek bijvoorbeeld bij een leesbril).  Vervolgens doet de bril niets meer of minder dan dat voorwerp op een andere plek projecteren - de plek waar het blote oog pas goed ziet.

Dus bij deze vrouw die oudziend is heeft een bril van S = 1/f = 2,75 dpt.  Daaruit kun je de brandpuntsafstand bepalen (in meters).

Met bril kan ze goed zien tot minimaal op 22 cm. Dat is haar nabijheidspunt met bril op. Ze kan een draad door een naald steken door dat op 22 cm afstand van haar oog te doen. De voorwerpsafstand is dus v = 0,22 m

De bril verandert deze afstand door een beeld te maken op afstand b waarmee het naakte oog pas goed zou kunnen zien: het nabijheidspunt van het blote oog.  Dit punt is nu makkelijk te berekenen met de lenzenformule:

1/b = 1/f - 1/v

Tabea op 26 april 2017 om 15:44
Hoi

als ik een persoon heb die een nabijheidspunt zonder loep op 25 cm van het oog. Nu zal ik de nabijheidspunt van deze person met loep berekenen. 
Doe ik het dan op dezelfde manier?
Jan van de Velde op 26 april 2017 om 20:55
dag Tabea,

Ja.

25 cm is dan je gewenste beeldafstand, maar pas op, omdat dat virtuele beeld vóór de lens moet vallen in plaats van zoals normaal ná de lens moet je die beeldafstand negatief invoeren, b= -25 cm.

groet, Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft eenendertig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)