oogcorrecties

Jorden stelde deze vraag op 20 oktober 2012 om 00:45.

Hallo natuurkundigen!

Ik ben Jorden en ik ben een nogal planskilloze malloot. Ik heb namelijk over een week al natuurkunde schoolexamen over 4 onderwerpen (optica, electriciteit, elektromagnetisme en golf en trilling) en ik heb nog niet echt iets gedaan... Nu is het wel zo dat ik normaal tussen de 7 en de 8 haal voor natuurkunde als ik er niet zo veel voor doe, maar het zou me toch best vet lijken om een 9 op mijn eindlijst te staan. Alleen daar moet ik dan wel wat voor doen, maar daar ben ik ook wel bereid voor! Vanwaar deze lange introductie zult u zich afvragen; nou ik heb dus ook best wel veel vragen!

Optica is mijn grootste struikelblok; daar had ik vorig jaar namelijk slechts een 6 voor. Ik kan best die formules toepassen, maar dat tekenen wil soms niet lukken en waar ik het meest moeite mee heb zijn de nabijheidsafstand en verteafstand bij oogafwijkingen. Wanneer moet ik de nabijheidsafstand nou gebruiken als beeldafstand en wanneer als voorwerpsafstand? En er was ook nog iets met oogafwijkingen en brandpuntverschuivingen?

 


Alvast bedankt voor uw aandacht!

Reacties

Theo op 20 oktober 2012 om 01:38

En wat optica betreft (zo'n onderwerp dat zojuist weer de revue passeerde in V5):

verziend: stralen uit het oneindige komen ACHTER het netvlies pas samen (brandpunt van oog). Die afstand lens - beeld achter het netvlies wordt het "virtuele vertepunt" genoemd.
Dus moet je je oog boller maken om het beeld op het netvlies te krijgen. Dat is nogal vermoeiend. Een bril zou kunnen helpen om de lichtstralen uit het oneindige vast een beetje "voor te buigen" zodanig dat alvast zo schuin convergeren dat je ontspannen oog ze goed op je netvlies projecteert. Daardoor kun je de bril het werk laten doen wat anders je bollere, geaccomodeerde, oog zou moeten doen.
Het brandpunt voor een verziende bril is dus gelijk aan het (virtuele) vertepunt van het oog (afstand lens - punt achter het netvlies).  Door het "voorbuigen" is de lens positief.

bijziend: je ziet niet scherp in het oneindige maar pas vanaf het vertepunt van je oog (op zo'n 2 meter of zo). Je ooglens kan er ook niets aan verbeteren. Pas vanaf het vertepunt zie je het scherp. Dat komt omdat je oog stralen uit het oneindige al VOOR het netvlies laat samenkomen. Je oog is al ontspannen en kan zich niet nog platter maken om de afbeelding op het netvlies te laten vallen.
De bril kan helpen om stralen uit het oneindige zo uit te buigen dat het lijkt alsof ze uit het vertepunt van het oog komen. Dan kun je ontspannen kijken en scherp zien op 2 meter terwijl het beeld op 2m weergeeft wat eigenlijk uit oneindig ver komt.
Het brandpunt voor een bijziende bril is dan ook het vertepunt van het oog. Door het "uitbuigen" is de lens negatief.

oudziend: op zich is alles goedwerkend alleen kan een oud oog niet meer zo goed de lens bollen. Daardoor wordt het nabijheidspunt (normaal 20-30 cm) steeds verder weg en heb je lange armen nodig om te kunnen lezen (en worden de letters steeds kleiner door die afstand). Oplossing: een bril met een positieve lens nemen die ervoor zorgt dat de echte afstand weer 20-30 cm wordt maar waarbij het beeld zich op het nabijheidpunt bevindt van het oog. De bril verlegt ook het vertepunt dus de leesbril is precies dat: alleen goed voor scherp zien dichterbij dan je oude oog toestaat. Voor scherp zien in de verte heb je geen leesbril nodig.
Brandpunt van de leesbril wordt bepaald door 1/f = 1/v + 1/b waarbij v = 20-30 cm  en b = nabijheidspunt van het oog. Sterkere bril mag ook (maar dan moet je oog toch nog zelf wat bol gaan staan).

Ben je oud en bij- of verziend: dan heb je je bij/verziende bril nodig EN een aparte leesbril. Vaak als multi-focus of varifocus bril of lens gecombineerd waarbij verschillende delen van je brilleglas of contactlens geslepen zijn als normale bril of als leesbril.

Dus: 
verziend:   f = virtuele vertepunt van het oog
bijziend:    f = reele vertepunt van het oog
oudziend:  1/f = 1/20cm + 1/(nabijheidspunt van oog in cm)

 Oogafwijkingen:

- astigmatisme/cilinderafwijking:  je oog is niet mooi bol maar als je het haaks doorsnijdt dan is die langs de ene as (bijv  boven-onder) anders gebogen dan langs de andere(bijv links-rechts). Verschillende buiging geeft verschillende brandpunten en daardoor worden lichtstralen van een voorwerp verschillend gebogen en komen in andere brandpunten samen. Correctie: een bril die niet symmetrisch is maar een cilindervorm heeft die de oog-afwijking compenseert zodat het "lijkt" alsof het oog naar alle kanten toe even bol is.

- aberatie: elke lens buigt licht van een andere kleur lichtelijk anders (paars meer dan rood). Daardoor komen verschillende kleuren op iets andere beeldafstanden samen zodat een beeld nooit exact scherp is in alle kleuren tegelijk

- kleurenblind: het netvlies verwerkt alle kleuren licht door rood/groen/blauw gevoelige "kegel"sensors. Als een van die kleurensensors niet of niet goed werkt dan wordt de betreffende kleur niet doorgegeven. Kleurenblind voor rood betekent dat rood licht geen reactie geeft in je hersenen. Je ziet geen rood (het blijft "zwart").

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft zes appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)