puntdeeltje beweegt op cirkel

Robin stelde deze vraag op 26 augustus 2012 om 04:18.

 Weer een vraagstuk. De afbeelding is precies nagemaakt, en de tekst is precies vertaald naar Nederlands.

Dit is mijn oplossing:

v = R · (dθ/dt) = 2 · (Π/3) = 2Π/3 m/s

a = v/ R = (2Π/3)/ 2 = 2Π2/9 m/s2

v × a = (2Π/3) · (2Π2/9) · sin(90) = 4Π3 / 27 (en komt uit de pagina)

Maar wat met tijdstip t = 2 s ??? Ik weet dan is θ = 2Π/3 , maar wat verder ???

Reacties

Robin op 26 augustus 2012 om 04:23

Er is foutje in de afbeelding...

Er staat:

hoeksnelheid is dθ/dt = Π/3 m/s

Dat moet zij:

hoeksnelheid is dθ/dt = Π/3 s-1

Theo op 26 augustus 2012 om 22:56

Wat met t=2?

Da's nu zo leuk met eenparig ronddraaiende bewegingen. De baansnelheid (v) langs de cirkelbaan is constant en inderdaad

v = ω.r  = π/3  (rad/s) . 2 (m) = 3/2 π   m/s

De richting verandert constant. De versnelling is radiaal gericht (en verandert dus ook telkens in richting) maar ook constant in grootte:

a = v2/r = ω2r = (π/3)2 . 2 = 2/9 πm/s2

De grootte van het uitwendig vectorproduct (of cross product)

|a x v| = |- v x a| = |a||v| sin φ = |a||v| sin 90° = |a||v|

Aangezien a en v als vectorgrootte niet tijdsafhankelijk zijn (maar alleen in richting veranderen) is de grootte van a x v altijd hetzelfde.

Omdat de hoek tussen de vectoren a en v altijd dezelfde is (90°) en dezelfde orientatie heeft, is de richting van a x v ook altijd dezelfde en tijdsonafhankelijk.

Dus a x v heeft grootte  3/2 . 2/9 π3 = 1/3 π3   m2/s3

De richting is in het scherm gericht, voor v x a uit het scherm gericht (kurketrekkerregel) op elk tijdstip (omdat richting a tegengesteld is aan de straal r, d.w.z. naar het middelpunt gericht)

Robin op 27 augustus 2012 om 04:00

Theo de Klerk, 26 aug 2012

v = ω.r  = π/3  (rad/s) . 2 (m) = 3/2 π   m/s

Ik denk dit is een rekenfoutje?

Maar verder: die t=2 heeft hier nu geen betekenis... en het is dus een beetje 'strikvraag' ? Ik bedoel: die t=2 heeft geen betekenis bij berekenen van v x a ?

Heeft deze product ook een betekenis? Ik bedoel: wat is 'vierkante meter per kubieke seconde' ?

Theo op 27 augustus 2012 om 09:01

Inderdaad, een stomme rekenfout:  v = ωr = 2 x π/3 = 2/3 π . En dat werkt door in de rest van de opgave voor a = 1/9 π2  . 2 = 2/9 π2  zodat v x a = 4/27 π3 zoals je al uitrekende.

Maar de tijd is niet belangrijk voor v x a . De groottes blijven gelijk en de onderlinge orientatie ook waardoor de richting van het uitproduct ook dezelfde blijft, ongeacht tijd.
Wel is de rotatie natuurlijk 2π/3 radialen of 120 graden doorgeschoven.

Maar wat stelt v x a nu eigenlijk voor? Ik heb geen idee. Voor L = m(r x v)  (en wetend dat -a //r) kan ik me een draaiimpuls (angular momentum) voorstellen (die veelal behouden is: kleinere r geeft grotere v en ω - het klassieke voorbeeld van de pirouetterende schaatser).

En voor een kracht die probeert iets rond te draaien (met een schroevendraaier iets aandraaien) is er een tordering (torque of krachtmoment) τ waarbij de baansnelheid v in de rotatie verandert (versnelt) a.g.v. de kracht (nodig om de wrijving op de stroef draaiende schroef te overwinnen):
τ = dL/dt = m(r x dv/dt + dr/dt x v) = m(r x a + v x v) = m(r x a) = r x F
(want vectorieel is v x v = 0 omdat v evenwijdig is aan zichzelf)

Telkens is er een afstand of arm r in beeld en een snelheid of versnelling (~ kracht) bij draaiimpuls of tordering.  Maar  versnelling EN snelheid???? Wie het weet mag het zeggen. Dan heb ik ook weer wat geleerd.

Wiskundig kan natuurlijk alles vectorieel worden vermenigvuldigd maar fysisch zie ik niet zo snel wat dit product voorstelt.

Robin op 28 augustus 2012 om 20:18

Ok... ik begrijp helemaal nu ;-)

Viendelijk bedankt voor de hulp!

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft zeven appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)