slee op een heuvel

Robin stelde deze vraag op 23 augustus 2012 om 14:32.

De vraagstuk is orrigineel in engels. Ik hoop dat is geen probleem...

 

A boy drags his 60.0 N sled at constant speed up a 15.0° hill. He does so by pulling with a 25.0 N force on a rope attached to the sled. If the rope is inclined at 35.0° to the horizontal,

1) What is the coefficient of kinetic friction between sled and snow?

2) At the top of the hill, he jumps on the sled and slides down the hill. What is the magnitude of his acceleration down the slope?

 

Mijn oplossing:

Weet iemand of dit is juist?

 

Robin.

Reacties

Jan op 23 augustus 2012 om 17:49

Dag Robin,

Allereerst compliment voor je heldere afbeeldingen. Maar helaas, als ik je tekeningen goed volg gaat dat niet helemaal goed. 

component van de zwaartekracht langs de helling 15,53 N. OK

component van de trekkracht langs de helling 23,49 N. OK

snelheid is constant, dat wil zeggen dat de nettokracht langs de helling 0 N moet zijn, dus is de wrijvingskracht langs de helling 23,49-15,53 = 7,96 N . Dat antwoord is correct, maar ik zie het verband met fig4 niet. 

in diezelfde figuur bepaal je ook een Fv (geen idee wat je ermee wil) door twee loodrecht op elkaar staande vectoren van elkaar af te trekken. Dat mag je niet zomaar doen met vectoren die neit op dezelfde lijn liggen, en is overigens ook niet richting de goede oplossing. 

Je moet gebruik maken van de formule wrijvingskracht = wrijvingscoëfficiënt x normaalkracht. De wrijvingskracht ken je intussen, nu nog de normaalkracht van de helling op de slee. 

Je kent al de component loodrecht op de helling van de zwaartekracht, 57,95 N, OK.

Er is nog een kracht die loodrecht op de helling staat, nl een component van de trekkracht. Had je ook al netjes bepaald, 8,55 N. 

Welke kracht moet het sneeuwoppervlak nu nog op de slee uitoefenen om te voorkomen dat de slee in de sneeuw zakt? Dát is de netto normaalkracht die je in die formule met die wrijvingscoëfficiënt moet gebruiken. 

Als je dat correct aanpakt en uitrekent vind je een µ van 0,16.

Duidelijk zo?

Groet, Jan

 

Robin op 23 augustus 2012 om 18:25

Fig4... dat is zooo domme fout ...

 

Bedoeling is om resultaat krachten (parallel en loodrecht) te berekenen en weergeven. Maar voor loodrecht heb ik verkeerde som gemaakt. Die -23.49 moet -8.55 zijn ! Waarom ik dat zo deed? Ik weet niet!

 

Ik heb dat opnieuw gedaan en kom ook tot u=0.16

 

Vraag 2 word dan v = g' · u = 2.54 · 0.16 = 0.41 m/s

Is dat juist? Ik ben niet zeker...

Robin op 23 augustus 2012 om 18:37

Ik bedoel

 

Vraag 2 word dan v = g' · u = 2.54 · 0.16 = 0.41 m/s2

quadraat vergeten...

Jan op 23 augustus 2012 om 20:06

Deze redenering (versnelling is versnelling zonder wrijving x wrijvingscoëfficiënt) heeft als resultaat dat als je een kleinere wrijvingscoëfficiënt hebt (en dus lage wrijving) de versnelling ook zou verkleinen. 

Dat is in de echte wereld net andersom. Dus pak je iets verkeerd aan. 

"Back to the drawing board......." :(

Robin op 24 augustus 2012 om 13:54

Minder wrijving = Minder versnelling. Hahaha... die is goed!

Ik heb nieuwe tekening gemaakt. Kunt U nog eens kijken?

Bijlagen:

Jan op 24 augustus 2012 om 18:13

Dat ziet er al heel wat beter uit :)

Blijf de logica in de gaten houden, en dan komt dat helemaal goed. 

Robin op 24 augustus 2012 om 18:38

OK ;-)

Bedankt voor de vriendelijke hulp !

Jan op 24 augustus 2012 om 19:06

You're welcome....

Als alles wat ons hier gevraagd werd zo helder werd gepresenteerd als jij dat hier deed dan zou ons dat heel wat tijd en hoofdbrekens schelen.

Groet, Jan 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft vijf appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)