Kracht bepalen

Sonja stelde deze vraag op 21 augustus 2012 om 15:04.

Hallo,

Ik kom er maar niet uit,

Ik dien kracht S3H te berekenen, maar ik kom ofwel in een lus terecht met al mijn vergelijkingen, of de kontrolevergelijking klopt dan weer niet.

Ik maak ergens een verkeerde veronderstelling blijkbaar.

Ik dacht dat je zo'n stelsel mag opsplitsen in een knooppunt en dan veronderstellen dat er krachtevenwicht is links van dat knooppunt en ook rechts van dat knooppunt.

Ik heb dit gedaan in punt 6. Maar ik kom bij uitwerking van de vergelijkingen dan tegenstrijdigheden uit.

Ik heb ook al een poging ondernomen om het ganse systeem helemaal te ontbinden, tot in de knoopppunten (met 28 vergelijkingen als gevolg!) maar dan kom ik uit dat S3H =0 en dat kan uiteraard helemaal niet.

De vraag is eigenlijk : hoe groot moet SH3 zijn om evenwicht te hebben?

Graag een tweede opinie hoe ik dit aanpak aub...

Danke

Reacties

Jan op 21 augustus 2012 om 15:31

Dag Sonja,

Het kan zijn dat ik het helemaal miszie maar volgens mij doet l2 er in het geheel niet toe en is heel dit systeem te vereenvoudigen tot:

En dan lijkt het me prima te doen.

Als ik hiermee serieus misga, probeer me dan aub duidelijk te maken wáár, dan praten we efficienter verder.

Groet, Jan

sonja op 22 augustus 2012 om 07:44

Hallo !

Het zou kunnen dat jouw veronderstelling klopt.Het is dat dat ik niet zeker was. (omdat het geheel niet symmetrisch is?)

Dus dan zouden de reactiekrachten op beide steunpunten gelijk zijn? 

Ik heb dan ook nog volgende situatie waar hoek B=0° wordt en scharnierpunt 2 dan rechts van punt 1 komt te liggen.

echter, ik dien wel de inwendige krachten in alle staven te berekenen, dus kan ik l2 niet zomaar weglaten.

Sonja

Jan op 22 augustus 2012 om 08:06

Je kunt wel l2 buiten beschouwing laten om die kracht rechtsboven te berekenen in elke situatie. Die staven met lengte l2 zullen altijd horizontaal en evenwijdig blijven. En die staven gaan alleen maar kracht leveren om het rechterdeel van de installatie te laten draaien. 

 

Lukt dat nu in ieder geval al voor de eerste situatie?

sonja op 22 augustus 2012 om 10:32

Hallo,

Met die veronderstelling van u lukt het idd om S3H uit te rekenen. In beide gevallen. Maar het blijft een veronderstelling...

Ik heb wel in literatuur gevonden hoe je vakwerken kan opsplitsen (snedes maken) en met inwendige krachten verder werken, of splitsen aan een knoop en links en rechts evenwichtsvergelijkingen uitschrijven. Maar voor deze toepassing loopt er ergens iets mis als ik dat toepas. (zou het te maken hebben met het feit dat er boven en onder de oplegging staven liggen?)

Heb je daar soms ervaring mee?

Voorlopig werk ik verder met de veronderstelling dat de vertikale krachten gelijk zijn. Maar ik zou toch graag eens weten hoe ik het kan aanpakken met die opsplitsing. (ook voor latere toepassingen).

zie ook :http://webhost.ua.ac.be/soudan/cursus/2ghi/evensam2.pdf

Jan op 22 augustus 2012 om 17:55

sonja, 22 aug 2012

Heb je daar soms ervaring mee?

Ik heb geen ervaring met hoe de werktuigbouw de basismechanica die ik wel beheers in de praktijk toepast, dus die cursus waarheen jij linkt is ook voor mij een cursus waar ik eens rustig een weekendje op zou moeten gaan zitten studeren, al was het alleen maar vanwege de gebruikte kretologie. Helaas heb ik daar als middelbareschooldocent echt geen tijd voor, sorry.

>>>Met die veronderstelling van u lukt het idd om S3Huit te rekenen. In beide gevallen. Maar het blijft een veronderstelling...<<<

Dat zou een eenvoudig gevalletje van een momentevenwicht moeten zijn, kracht x arm = kracht x arm (eenvoudig nadat je eenmaal met wat eenvoudige goniometrie de lengte van dei armen hebt bepaald) . 


Daarvoor durf ik alvast mijn handen in het vuur te steken. Dat kan mogelijk ook met "snedes" maken of hoe dat in je cursus genoemd wordt, en dat zal dan ongetwijfeld een handige techniek zijn zodra het wat ingewikkelder wordt , maar hier met weinig meer dan 3e-4e jaars TSO wiskunde en fysica op te lossen. 

Als we het daarover eens zijn kunnen we eens naar het vervolg kijken. Ik snap daarbij neit geheel wat je nu precies probeert te berekenen, en vooral niet HOE je dat dan aanpakt of probeert aan te pakken. En dat discussieert heel lastig. 

Groet, Jan

 

 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft vijf appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)