Reacties
De eerste vraag is in elk geval een recht-toe-recht-aan vraag over centripetale kracht.
Gegeven massa en snelheid en straal (in de goede eenheden) is de centripetale kracht die de schaatser door de bocht helpt gelijk aan F = m v2/r Dit is een algemene formule die niet zegt wie die kracht dan levert. Dat bepaalt de mechanische of elektrische of andersoortige omstandigheid.
Hier moet het blijkbaar door een mechanische oorzaak worden geleverd, nl. de wrijving van de schaats op het ijs. Met Newton's 3e wet (actie=reactie) duwt de schaatser met zijn schaats naar buiten (grotere cirkel) en het ijs als reactie even hard op de schaatser naar binnen.
Dus F = m v2/r = Fwrijving
Als Fwrijving = μ.Fnormaal dan hangt de normaalkracht (=kracht loodrecht op de ijsvloer) af van de vertikale zwaartekrachtscomponent van de scheef door de bocht gaande schaatser (Fn = m.g. sin φ als φ de hoek is die de schaatser maakt met de ijsvloer).
Door de baan zelf scheef te leggen zal de normaalkracht (loodrecht op het ijs) ook scheef staan t.o.v. de horizon en een component naar het centrum van de baan hebben: het helpt dus bij de middelpuntzoekende kracht samen met de bijdrage door de wrijvingskracht van het ijs. Als het ijs evenveel wrijving houdt als bij de vlakke vloer, dan is de som van de beide krachten groter dan in het vlakke geval en daarmee kan de snelheid ( mv2/r) groter worden. De situatie is niet anders dan wegen of race circuits waarbij bochten onder een hoek liggen.
Het rekenwerk laat ik maar aan de liefhebber over. Het is vakantie.
En die tweede vraag is helemaal standaard werk in elk boek terug te vinden. Zeker weten dat de docenten het niet weten? Ik kan het me niet voorstellen maar als dat zo is zouden ze geen natuurkunde moeten geven.
Newton's gravitatiewet F = G .M.m/r2 geeft aan met welke kracht aan de satelliet wordt getrokken (r wel straal aarde + baanhoogte nemen).
Omdat een bijna cirkelbaan wordt doorlopen geldt ook hier dat deze kracht de middelpuntzoekende kracht (m v2/r) moet zijn. Met bekende m en r laat de baansnelheid zich ook zo berekenen.
en wat is de straal + de baanhoogte dan want de straal van de aarde is 6378 km en hij is op 1600km hoogte dus wat wordt de straal dan en waarom is de 6378 niet genoeg
"straal" is van het middelpunt van een cirkel naar de rand van de cirkel.
Jan van de Velde, 4 jul 2012
"straal" is van het middelpunt van een cirkel naar de rand van de cirkel.
zie bijlage
Weet iemand het antwoord op de 2opgave. Op het eerste blad kom er namelijk ook niet uit maar zou het wel graag willen weten
Als je voor die satellietvragen voor a) iets vindt tussen 13 en 17 kN, voor b) tussen 6 en 8 km/s en voor c) ergens tussen 1,5 en 2,5 h zit je waarschijnlijk wel goed.
Groet, Jan
Jan van de Velde, 5 jul 2012
Als je voor die satellietvragen voor a) iets vindt tussen 13 en 17 kN, voor b) tussen 6 en 8 km/s en voor c) ergens tussen 1,5 en 2,5 h zit je waarschijnlijk wel goed.
Groet, Jan
Ha jan ,
Dan zat ik nog redelijk warm bedankt voor je reactie en had je bij de schaatser vraag 1 ook 80n
En bij b 170
Nee, nou ben je niet warm, nog niet eens lauw.
Jan van de Velde, 5 jul 2012
Nee, nou ben je niet warm, nog niet eens lauw.
wat is jou bereking dan
de goeie.......
Echter, deze vraagbaak is geen huiswerkmachine en ook geen antwoordenboekje.
We willen je wel met plezier helpen om tot begrip van een of ander te komen. Als jij een duidelijke uitwerking hier plaatst (dus niet zomaar wat getalletjes met een keerteken of deelstreep ertussen) dan willen wij met plezier aanwijzen waar je de fout in gaat en uitleggen waarom.
Een voorbeeld van wat een duidelijke uitwerking mag heten vind je o.a. hier:
http://www.natuurkunde.nl/artikelen/view.do?supportId=941551
Groet, Jan
Wel grappig trouwens dat iemand 1,5 jaar met 2 problemen op zak loopt en ineens meer mensen het antwoord willen weten. Zitten jullie op dezelfde school en hebben jullie dezelfde opdracht gekregen?