Het plaatje is wat misleidend want de dijk drukt even hard het water terug als dat het de druk "doorgeeft".
Maar waterdruk is simpel te berekenen.
De kracht waarmee het water met een diepte (hoogte) van d meter op de bodem drukt is gelijk aan het gewicht van het water op die bodem. De druk is gelijk aan die kracht per vierkante meter. Die druk wordt in een vloeistof naar alle kanten gelijkelijk doorgegeven. Dus aan de voet van de dijk, op de bodem van het waterreservoir (diepte h meter) drukt het water even hard tegen de dijk als het tegen de bodem drukt.
Iets hoger is de druk iets minder (kleinere hoeveelheid water tussen oppervlak en diepte h minus een beetje). Aan het oppervlak (met geen water erboven) is de waterdruk 0 N/m2.
Dus druk op de dijk op een diepte d gemeten vanaf de bovenkant van het water is gelijk aan
Gewicht bovenliggende water = massa x zwaartekrachtversnelling = volume x soortelijke massa water x zwaartekrachtversnelling = diepte . oppervlak . ρ . g
Druk = gewicht/oppervlak = volume/oppervlak x soortelijke massa water x zwaartekrachtversnelling = diepte x soortelijke massa x versnelling = d.ρ.g = d . 998 kg x 9,81 m/s2 = 9790 . d N/m2