Spankracht van een kabel

Z stelde deze vraag op 16 april 2012 om 20:07.

Hallo,

 Ik was net even aan het oefenen voor een toets die ik morgen heb, nu herinner ik me een vraag die ik op een toets heb gemaakt maar niet wist wat het antwoord was.

Het gaat om de laatste afbeelding hier, bij vraag d:

http://www.natuurkunde.nl/artikelen/view.do?supportId=181724


 De vraag luidde: Bereken de spankracht van de kabel.

Bedankt.

Reacties

Jan op 16 april 2012 om 20:17

Dag Z,

 De uitwerking staat er daar toch bij??

Groet, Jan

Z op 16 april 2012 om 20:28

Dag Jan,

 bedankt voor de snelle reactie!

 Het probleem dat ik heb is dat ik nooit weet welke kracht ik nou moet hebben. Dus de grootte van de kracht die de kabel uitoefent is gewoon de spankracht?

 Dan zou het een andere vraag zijn geweest, want ik herinner me nog wel dat je iets moest doen met Fz,x en Fz,y.

 

Enig idee wat het is? Het heeft in ieder geval te maken met de kabel.

 trouwens, als 1,5.106*9,81*3,1=Fs*4,3

Dan zou je Fs moeten uitreken door te delen door 4,3, toch?

Ik krijg dan uit 1,06*10^6, terwijl in het antwoord 11.10*10^6 staat vermeld

 

Sorry voor de vage uitleg,

 bedankt.

 

Jan op 16 april 2012 om 22:26

Z, 16 apr 2012

 Dus de grootte van de kracht die de kabel uitoefent is gewoon de spankracht?

 
ja.

 Verder, ik vind als uitkomst van dat sommetje 10,6·106. Vanwege de juiste significantie wordt dat 11·106, netter eigenlijk 1,1·107.

 

Dan zou het een andere vraag zijn geweest, want ik herinner me nog wel dat je iets moest doen met Fz,x en Fz,y.

 Misschien niet een andere vraag, maar een andere aanpak? In berekeningen met momenten moeten kracht en arm altijd loodrecht op elkaar staan. Als dat in werkelijkheid niet zo is, dan kun je kiezen voor twee aanpakken:

1) meet een virtuele arm loodrecht op de werklijn van de kracht. Die hebben ze gebruikt in het voorbeeld van jouw link in je eerste bericht.

moment = werkelijke kracht x virtuele arm

2) bepaal van de kracht de component die loodrecht op de werkelijke arm staat. 

moment = loodrechte krachtcomponent x reële arm

groet, Jan

Z op 16 april 2012 om 22:48

Okee top, ik begrijp het! Dankjewel Jan!

Hopend dat ik een hoog cijfer ga halen voor mijn herkansing, want de vorige keer had ik hier een 2 voor gehaald

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft negenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)