De amplitude is de maximale uitwijking uit de evenwichtsstand. Die kan naar boven of onder de stand zijn. Bij een harmonische trilling met
u(t) = A sin (2πft)
is de amplitude gelijk aan A (want de sinus kan max +1 en minimaal -1 zijn).
Als je een veer uittrekt dan is die maximale uittrekking ook meteen de amplitude (die door wrijving e.d. wel kleiner kan worden: een gedempte trilling).
Blijf je energie toevoeren (door telkens bij geschikte tussenposen een trilling op de veer te zetten of bij schommelen je af te zetten) dan kan de amplitude toenemen: hij resoneert (op zijn eigenfrequentie).