moment - hoeksnelheid

Simon stelde deze vraag op 06 december 2011 om 19:24.

Hallo,

ik heb voor 't school een project waarbij ik met behulp van een torsieveer (met gegeven veerconstante en bijgevolg ook het moment), de hoeksnelheid van de pook moet bepalen. Is er enige manier om dit te berekenen zonder de tijd erbij te betrekken?

mvg,

Simon

Reacties

Jan op 06 december 2011 om 22:41

Dag Simon,

Met een beetje geluk wel, dwz dat hangt er van af wat je wél weet en wanneer je die hoeksnelheid precies wil weten.

De weergave van je probleem is nogal summier, en totdat we meer mogen weten is je vraag alleen maar te beantwoorden met een hele reeks "als dit..... dan zus....." en "als dat..... dan zo". Met nog steeds de kans dat de lijst nét niet de optie bevat die jou past.

dus, vertel het complete verhaal eens?

Groet, Jan

simon op 10 december 2011 om 15:04

Eerst en vooral: bedankt voor het snelle antwoord en sorry voor mijn late antwoord!

Wel, het is zo dat het gaat om een as bevestigde arm, die "aangedreven" wordt door een torsieveer. De veer wordt opgewonden over een bepaalde hoek, en vervolgens wordt ze losgelaten, en de vraag is: welke hoeksnelheid bereikt deze arm als ze terug in haar oorspronkelijke positie is (voor de eerste keer, want anders gaat ze trillen en wordt de snelheid nul)...

We kennen de massa (en het zwaartepunt, dus het moment) van de arm, de veerconstante en de uitrekkingshoek, het enige dat we moeten weten is de eindsnelheid. In mijn vorige post zei ik dat de tijd er niet bij betrokken mocht worden, hiermee bedoelde ik natuurlijk dat ze niet gegeven is, maar dat ze wel gebruikt mag worden :).

mvg,

Simon

Theo op 10 december 2011 om 19:30

Voor een rotatie/torsieveer geldt net als voor een op- en neergaande veer (F = C.u) dat  F.d = M = C.φ  waarbij het moment M geldt bij rotatie over hoek φ (in radialen).

Je zou dit kunnen bekijken vanuit een energie-standpunt.

Door het rondtrekken over een hoek φ van de veer zal het systeem een potentiele energie hebben van Epot = 1/2 Cφ2 . Deze wordt bij het doorgaan van de evenwichtsstand (φ =0) geheel in kinetische energie omgezet Ekin = 1/2 mv2 waarbij v = ω.r  (dus Ekin = 1/2 mr2 ω2 = 1/2 Iω2 met I als traagheidsmoment)

simon op 11 december 2011 om 11:46

Aha, ik heb nog wat gezocht, en ik geloof dat ik het gevonden heb: de versnelling is: a = k*hoek/(m*r) (afgeleid uit wat je daarnet zei), maar het is de versnelling op elk moment geloof ik. Als je die dan naar hoekversnelling omzet, krijg je: alfa = k*hoek/(m*r²), integreren om de "gemiddelde" versnelling te verkrijgen: alfa = k*hoek²/(m*r²), en zo kan je dan aan de snelheid komen! Super :). Bedankt voor de hulp!

Theo op 11 december 2011 om 13:21

De eigenlijke vergelijking is een differentiaalvergelijking

d2φ/dt2 = - K.φ 

waaruit sinus-vormige oplossingen komen (d.w.z. de "uitwijking" φ wordt groter en kleiner volgens een sinusvormige functie (met een eigen "hoeksnelheid"). 

De snelheid waarmee φ dus verandert (dφ/dt) is ook (co)sinusvormig en kan door integratie op elk moment bepaald worden.

Maar simpeler in dit geval is het om de twee extreme situaties te nemen. Geheel uitgebogen of ongebogen. In het eerste geval is alles in potentiele energie opgeslagen, in het tweede geval is er geen potentiele maar alleen kinetische energie. De ene vorm is in de andere vorm omgezet. En daaruit laat zich de dφ/dt goed bepalen. Werkt alleen voor dit "uiteindengeval". Als men zou vragen hoe groot de hoeksnelheid is als de uitbuiging 1/2 maximale hoek is, dan wordt het een wiskundig veel moeilijker probleem.

simon op 24 december 2011 om 11:28

Zo hebben we het uiteindelijk ook gedaan, met behulp van de volledig ontspannen en gespannen toestand. Het project is inmiddels ingediend en goedgekeurd :). De formule die we zochten was v=d/r*theta*sqrt(k/m), met daarin v de snelheid, d de straal van het punt dat versneld wordt, m de straal naar het punt dat de massa bevat, theta de uitrekkingshoek, k de veerconstante en m de massa (aangrijpend in het zwaartepunt, op straal r dus). We hebben hiermee testen uitgevoerd en we kwamen (met een rendementsfactor) vrij geloofwaardige resultaten uit.

Bedankt voor de hulp! 

Simon

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft drie appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)