eenheid /dimensie van constante

Loes stelde deze vraag op 01 mei 2011 om 14:39.

Ik moet een verslag maken over de proef van Melde. Bij dit verslag heb ik een formule, v = c√(Fspan/mlengte). Nu moet ik de constante uitrekenen. Dit kun je doen met de formule c = v/ √(Fspan/mlengte). Nu moet ik laten zien dat de constante geen eenheid heeft. ik weet dat de eenheden van deze formule (m/s) / √(N/(g/m)) zijn.

Hoe moet dit?

groetjes Loes

Reacties

Theo op 01 mei 2011 om 15:28

In dit soort gevallen moet je vaak eenheden gebruiken die niet "vermomd" zijn. Zo is een Newton ook een kg.ms-2 omdat een kracht  massa x versnelling is.

Je vergelijking is dus

<snelheid > = constante x  <iets>

en dat <iets> zou ook dimensie snelheid moeten hebben (m/s) zodat de constante inderdaad dimensieloos is. Je geeft dat in je omrekening ook al aan:

<kracht> = N = kg . m . s-2

<massa per lengte> =  kg . m-1

<kracht>/<massa per lengte> = (kg . m . s-2) / (kg . m-1) = ?

En de wortel daarvan is ?

En is dat ook een <snelheid>sdimensie m.s-1  ?

Jan op 01 mei 2011 om 15:38

Loes , 1 mei 2011

Nu moet ik laten zien dat de constante geen eenheid heeft. ik weet dat de eenheden van deze formule (m/s) / √(N/(g/m)) zijn.


 

Dag Loes,

Je bent al meer dan halfweg met wat hierboven staat. Nog even die massa en die kracht naar basiseenheden omzetten (die van tabel 3 uit BINAS, tabel 4 kan je helpen om die newton in basiseenheden te schrijven, al kun je ook denken aan de formule F=m·a) en dan maar letterrekenen. Als die "c" werkelijk dimensieloos is dan vallen alle eenheden uiteindelijk tegen elkaar weg, en daarmee bedoel ik bijvoorbeeld dat s/s=1, en 1 is dimensieloos. 

http://www.wetenschapsforum.nl/index.php?showtopic=93336

in hoofdstuk 7 van bovenstaande microcursus vind je wat andere voorbeeldjes van dimensierekenen.

Laat maar weten als je vastloopt.

Groet, Jan

Loes op 05 mei 2011 om 15:00

Het is gelukt.

Bedankt.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft zeven appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)