ruimtestation, krachten

Jelle stelde deze vraag op 27 april 2011 om 00:19.

Het internationale ruimtestation ISS dat rond de aarde cirkelt, is gedeeltelijkafgeleid van de ideeën van de Duits-Amerikaanse raketgeleerde Wernher von Braun. Deze ontwierp in de jaren 50 van de vorige eeuw een wielvormig ruimtestation.

We gaan er in het vervolg van deze opgave vanuit dat dit ruimtewiel ookwerkelijk gerealiseerd is en op 1730 km hoogte in een cirkelvormige baan rond de aarde draait. Voor de baansnelheid v van een ruimteobject dat in een cirkelbaan met straal r om de aarde draait, geldt:v = wortel (G*M_aarde/r)

Doordat het ruimtewiel bovendien om zijn as draait, ondervindt een astronaut op de omtrek van het wiel een soort "kunstmatige zwaartekracht".

1Leg uit hoe deze kunstmatige zwaartekracht van de astronaut ontstaat.

2Het ruimtewiel draait in 22 s om zijn as. De grootte van de kunstmatige zwaartekracht aan de omtrek van het ruimtewiel is een derde van de zwaartekracht aan het aardoppervlak. 4p 16 Bereken de omtrek van het ruimtewiel. Bereken daartoe eerst de hoeksnelheid ω.

1) het heeft volgens mij iets met de wet actie=-reactie te maken, alleen snap ik niet wanneer deze wet precies geldt en ik welke situatie..

2) kan je hier de formule voor de baansnelheid gebruiken? En wat ik ook niet zo goed begrijp is hoe je de middelpuntzoekende kracht in een opgave herken en aan welke kracht je het dan gelijk moet stellen. Ik zie vaak bij uitwerkingen dat ze de middelpuntzoekende kracht gelijk stellen aan een andere kracht.

 

Reacties

Marianne op 27 april 2011 om 11:03

1) Is inderdaad actie = - reactie. Want de "vloer" van het ruimtewiel heeft een normaalkracht op de astronaut. De astronaut duwt als reactie hierop terug, waardoor de kunstmatige zwaartekracht ontstaat.

 

 

2) volgens mij staat er in de opgave ergens dat de "zwaartekracht" op het ruimtewiel ongeveer 1/3 is van de zwaartekracht op aarde.

 

Dat is dus 1/3 * 9.81 = 3.27 m/s^2

 

Zoek nu in binas een formule waarin de versnelling a en hoeksnelheid  ω in voorkomt. Dan moet je het als het goed is kunnen oplossen.

 

 

 

Marianne op 27 april 2011 om 11:17

 

2) kan je hier de formule voor de baansnelheid gebruiken? En wat ik ook niet zo goed begrijp is hoe je de middelpuntzoekende kracht in een opgave herken en aan welke kracht je het dan gelijk moet stellen. Ik zie vaak bij uitwerkingen dat ze de middelpuntzoekende kracht gelijk stellen aan een andere kracht.

 

Nee je kan niet de formule voor de baansnelheid gebruiken, want je weet de snelheid niet. Je moet eerst kijken welke gegevens je hebt en wat je daar vervolgens mee kunt uitrekenen.

Onthoudt dat de middelpuntzoekende kracht altijd wordt veroorzaakt door een andere kracht. Dat is in dit geval de normaalkracht, maar ook de wrijvingskracht , zwaartekracht of de gravitatiekracht kunnen bronnen van Fmpz zijn.

het is altijd handig twee plaatjes te tekenen; in het linkerplaatje teken je de "echte" krachten , in het rechter plaatje de Fmpz. En zet vervolgens een = - teken tussen de twee plaatjes.

 

Voorbeeld:

Een autootje maakt een looping. Welke krachten werken dan bovenin de looping? De zwaartekracht en de normaalkracht. Dus Fmpz = Fz + Fn

zie hieronder de tekening.

 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft drie appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)