Dag Gert,

Een ezelsbruggetje: denk jezelf in dat een auto over de lichtstraal rijdt. In lucht gaat dat makkelijk, laten we denken dat de auto over asfalt moet rijden. In glas of zo gaat dat lastiger, dan moet onze ezelsbrugauto door rul zand.

Goed, onze auto rijdt over asfalt schuin op de zandberm af, en raakt eerst met zijn rechterwiel in het zand. De rechterkant van de auto remt daardoor af, de linkerkant heeft nog een stukje asfalt en kan vlot door. De auto zal dus op dit grensvlak een bocht naar rechts willen maken. (naar de normaal toe)

Andersom kan ook. Stel hij rijdt door zand, schuin op een asfaltweg af, en komt met zijn rechterwiel eerst op het asfalt. Dit rechterwiel zal dan vlot weg willen, terwijl het linkerwiel nog steeds in het zand zit en dus nog afgeremd wordt. De auto wil nu een bocht naar linksmaken (van de normaal af).

Duidelijk zo?

Groet, Jan

Bedankt!

Ik vind het alleen wel een beetje moeilijk om er een beeld bij te hebben, de vergelijking tussen auto en licht. Wanneer je ziet of het naar links of naar rechts gaat.

Maar kan je dit ook allemaal in Binas tabel 18 vinden? want wat bedoelen ze met t.o.v. lucht, naar lucht toe of van lucht af?

Groet,

Gert

Gert, 28 apr 2011

Ik vind het alleen wel een beetje moeilijk om er een beeld bij te hebben, de vergelijking tussen auto en licht. Wanneer je ziet of het naar links of naar rechts gaat.

Dan leg je het plaatje voor je, en laat gewoon een denkbeeldig autootje over die lichtstraal rijden.

In Binas vind je brekingsindexen. Hoe groter dat getal, hoe sterker een stof licht afremt ("hoe ruller het zand"). In vacuüm noemen we die brekingsindex 1, en in lucht is een héééél klein beetje meer dan 1 (en dus nagenoeg 1). De meeste glassoorten hebben een brekingsindex van rond de 1,5, dat wil zeggen dat de snelheid van het licht in die stof ongeveer 1,5 x zo traag is als de snelheid in lucht.

groet, Jan