beeldscherm

anoniem stelde deze vraag op 19 april 2011 om 20:40.

hallo,

ik ben bezig met een examenopgave:

http://www.havovwo.nl/vwo/vna/bestanden/vna1203iiex.pdf

het gaat om opgave 2 Beeldscherm

Daarbij snap ik niet bij vraag4:

hoe weet je dat de grootste snelheid overeenkomt met grootste kromtestraal? (dat las ik de uitwerking) Ik vind het heel moeilijk om hier zelf op te komen.

en bij vraag 5:

ik snap heel die uitwerking bij deze vraag niet, ze hebben het dan ove versterken. Ik vraag me dan af hoe ziet 'verzwakken' dan uit, hoe lopen de lijnen dan? Ik zie het verband niet tussen lijnen die omhoog richten, dat het dan betekent dat het op het zuidelijk halfrond het magneetveld dan sterker is..

Reacties

Jan op 19 april 2011 om 21:20

anoniem, 19 apr 2011

en bij vraag 5:

ik snap heel die uitwerking bij deze vraag niet, ze hebben het dan ove versterken. Ik vraag me dan af hoe ziet 'verzwakken' dan uit, hoe lopen de lijnen dan? Ik zie het verband niet tussen lijnen die omhoog richten, dat het dan betekent dat het op het zuidelijk halfrond het magneetveld dan sterker is..

Veel helderder dan e uitleg uit eht correctievoorschrift heb ik het even neit voor je:

voorbeeld van een uitleg:

 Uit het bovenaanzicht van figuur 5 blijkt dat B in het TV-toestel omlaag gericht moet zijn. 

(De verticale component van) het aardmagneetveld is op het noordelijk halfrond ook omlaag gericht (de aarde in), zodat beide velden elkaar versterken. Op het zuidelijk halfrond is (de verticale component van) het aardmagneetveld omhoog gericht en wordt B dus tegengewerkt. Op het zuidelijk halfrond moet B dus sterker zijn.

 Schept dit al duidelijkheid?

Groet, Jan

 

Jan op 19 april 2011 om 21:31

anoniem, 19 apr 2011

Daarbij snap ik niet bij vraag4:

hoe weet je dat de grootste snelheid overeenkomt met grootste kromtestraal? (dat las ik de uitwerking) Ik vind het heel moeilijk om hier zelf op te komen.


 

Stel je voor dat je dwars op het zwaartekrachtveld  van de aarde (horizontaal dus) kogels afschiet met verschillende snelheden. Welke zal dan de grootste afwijking naar beneden krijgen, de snellere of de tragere?

Komt het er nu op aan deze situatie te vertalen naar termen van een stroom (en een bewegend elektron is in feite een stroompje) in een magnetisch veld.

Bedenk dat een 2 x z snel bewegend elektron in feite een 2 x zo grote stroom is. Dat heeft gevolgen voor de lorentzkracht op het elektron, die wordt ..... x groter. 

Echter, als de snelheid van een elektron 2 x zo groot wordt, hoeveel groter moet dan de centripetaalkracht worden om dat elektron in een zelfde baan te laten cirkelen?

Begint het te dagen?

Groet, Jan

 

Theo op 19 april 2011 om 23:09

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft eenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)