Ik zou vermoeden dat naarmate het oppervlak groter is waarmee regenwater met de goot in aanraking komt, de effecten van laminaire stroming/viscositeit ook groter worden. Naarmate de vorm van de goot beter "water in water" kan laten bewegen ipv water-schuurt-tegen-goot zal het afvloeien beter gaan.

Er zijn vast voor allerlei vormen berekeningen of modellen gemaakt in TU's of regengoot-bedrijven.

In http://betadifferentiatie.files.wordpress.com/2010/08/extreem.pdf wordt het als opgave 10 genoemd aan de UvU...

Niet helemaal hetzelfde maar wel gerelateerd: oever-erosie in sloten/goten: http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/418/632/RUG01-001418632_2010_0001_AC.pdf

Hartelijk dank voor de reactie. Ik heb doorgezocht op laminaire stroming en kom uit op het Reynolds-getal echter begrijpen doe ik het als non-natuurkundige niet. Misschien ligt het antwoord op mijn vraag hierin opgelsoten?

 http://www.hyfoma.com/nl/content/voedingsmiddelen-bereiding-productie-kennisbank-database/voeding-wetenschap/wetenschap/stromingsgedrag/

Reynolds getal heeft te maken met de scheidslijn tussen wanneer een vloeistof nog laminair en wanneer turbulent gaat stromen (met kolken en verstoringen).  Voor specifieke vormen wordt dit getal meestal experimenteel bepaald. De theorie erachter wordt al snel zo ingewikkeld dat alleen "doen" een technisch nuttig antwoord geeft.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Getal_van_Reynolds