Lampjes in serie
Yasir stelde deze vraag op 21 juni 2015 om 21:15.Ik was bezig met het oplossen van een oude opgave maar kwam er niet uit.
Kunnen jullie mij helpen?
Vraag luidt?
Je beschikt over twee lampjes: een lamp L1 (3,0 V; 0,15 A)
en een lamp L2 (6,0 V, 0,10 A).
-Leg uit of je deze twee lampjes in serie aan kunt sluiten op een spanningsbron van 9,0 V, waarbij ze beiden op de juiste spanning branden.
Je sluit de twee lampjes in serie aan op een regelbare spanningsbron en verhoogt de spanning langzaam. Terwijl het ene lampje eigenlijk al fel brandt, heeft de andere duidelijk nog niet de maximale lichtsterkte.
- Leg uit welk lampje als eerste de maximale lichtsterkte geeft.
Je mag nog een weerstand in je schakeling opnemen om ervoor te zorgen dat beide lampjes op een spanning van 9,0 V branden.
- Teken de schakeling met de extra weerstand.
- Bereken de grootte van de weerstand.
Alvast heel erg bedankt.
Reacties
Ik zou deze set vragen voor je kunnen uitwerken, maar da's vast niet de bedoeling.
Vertel eens, waar zit je eigenlijke probleem? Begin eens "hardop" te denken, dan denken we met je mee.
Groet, Jan
Ik dacht dat je ze in serie kon inschakelen. Want in een serieschakeling wordt de spanning verdeeld over apparaten maar de stroomsterkte blijft gelijk en dan vraag ik me af wat er met de stroom gaat gebeuren? Want Lamp1 3,0 V; 0,15 A en lampje 2 6,0V ; 0,10 A. Gaat over beide lampen dan 0,10 A lopen?
Met 2de vraag denk ik dat het lampje 1 eerder feller zal branden. Hij krijgt als eerst 3,0 V en Lampje2 moet nog tot 6 V.
Bij de derde vraag denk ik dat ik de weerstand parallel over de lampen zal aansluiten. Ben ik goed op weg?
Groet, Yasir
De spanning is verder niet iets als de stroom. Er gaat niet eerst 3V door een lampje. Er staat 3V over een lampje a.g.v. de stroom door en weerstand van het lampje.
Bedankt voor je uitleg. Ik begrijp nu de vraag beter.
Groet,
Yasir
Hoe wordt totale spanning verdeeld over twee serieweerstanden?
bereken dan eens, als je 9V op de serie zet, hoeveel V valt er dan over lamje 1 resp lampje 2?
Totale weerstand wordt dan 80 ohm en als ik de I daarmee bereken kom ik op 0,11 A (afgerond) uit. Dat is dan groot voor L2.
Moet ik de spanning met 0,11 A berekenen?
Hier zien we ook het probleem van tussentijds afronden want 2,2 + 6,6 = 8,8 V en we missen 0,2 V...
Lamp 1: 3,0 V 0,15 A: R = 20 Ω
Lamp 2: 6,0 V 0,10 A: R = 60 Ω
Rserie = 20 + 60 = 80 Ω
I = U/Rserie = 9,0/80 = 0,1125 A
U1 = IR1 = 0,1125 x 20 = 2,250 V = 2,3 V (afgerond)
U2 = IR2 = 0,1125 x 60 = 6,750 V = 6,8 V (afgerond)
Onafgerond de spanning controleren:
U1 + U2 = U = 9,000 V = 9,0 V
De 2,3 V die overblijft voor lamp 1 die pas bij 3,0 V goed werkt, is te weinig: deze lamp zal dus slechter werken (minder goed branden, wel veel langer meegaan omdat de gloeidraad onvoldoende heet wordt). Als de lamp een motortje was geweest of een spaarlamp, dan had die misschien helemaal niet gewerkt omdat wellicht 3V een drempelspanning is waaronder de constructie helemaal niet werkt).
Bedankt voor je uitleg, ik kan er nu mee verder.
Yasir