uitdoving bij luidsprekers

Lotte stelde deze vraag op 28 maart 2011 om 11:37.

Twee synchrone luidsprekers staan 2,00 m uit elkaar en geven een toon van 1000 Hz. De thermometer wijst 0 °C aan.Jij loopt op 4 meter afstand evenwijdig aan de luidsprekers en blijft op een knooplijn staan. Je hoort dan minimaal geluid. De luidsprekers worden uit elkaar geschoven. 

Welke is juist (1, 2 of 3):
Om op die knooplijn te blijven moet je...
1. blijven staan,
2. richting middelloodlijn lopen,
3. van de middelloodlijn vandaan lopen.

Ik weet niet zo goed hoe ik deze opgave moet aanpakken.

Reacties

Theo op 28 maart 2011 om 13:01

Bij dit soort vragen kun je het beste beginnen met een tekening te maken van wat gegeven wordt en dan je puzzel-knobbel aan te zetten. Voor wat ik uit je verhaal lees:



 De golflengte die bij 1000 Hz hoort kun je berekenen uit λ = v/f waarbij v de geluidssnelheid is bij 0°C (Binas - 332 m/s).

Je loopt blijkbaar op de rode lijn en blijft staan bij een knoop. Dat betekent dat golven uit speaker A altijd (een oneven aantal) 1/2 golflengte uit fase zijn met speaker B. Alleen dan werken ze elkaar volledig tegen en hoor je niks.

Als je het plaatje bekijkt en je zou op positie P staan, dan zie je de afstanden LA (PA) en LB (PB) waarbij LA = LB + ΔL = LB +  oneven aantal 1/2 λ.  Als je in P blijft staan maar speaker A wat verder weg zet, wat gebeurt dan met het afstandsverschil? In welke richting moet je lopen om dat verschil PA - PB weer een oneven aantal halve golflengtes te maken?

 

Lotte op 28 maart 2011 om 18:41

 

>Als je in P blijft staan maar speaker A wat verder weg zet, wat gebeurt dan met het afstandsverschil? In welke richting moet je lopen om dat verschil PA - PB weer een oneven aantal halve golflengtes te maken?

Het afstandsverschil wordt groter, want de hoek bij P wordt groter (beredeneer ik het op deze manier goed?)

Om weer een oneven aantal halve golflengtes te maken, moet je verder van de middelloodlijn staan.

 

Theo op 28 maart 2011 om 20:12

Eigenlijk is er geen goed antwoord omdat de vraag niet eenduidig gesteld is. En anders moet een leraar die dit leest me maar verbeteren...

Zonder de speakers te verplaatsen vind je langs de looplijn een heleboel knopen (en buiken): overal waar de afstand tot de speakers een oneven aantal halve golflengtes verschilt. Dus of je vanuit P naar links of naar rechts loopt: je komt altijd wel een knoop tegen.

Als een van de speakers wordt verschoven dan verschuiven ook de posities van de knopen (en buiken) een beetje, maar zowel links als rechts van P kom je ze tegen. Dus welke kant je ook oploopt: het is eigenlijk allebei goed. 

Uitgaand van wat ik denk dat men bedoelde te vragen (zelfde knoop opzoeken als die aanvankelijk bij P stond, dus veroorzaakt door dezelfde golven (zelfde fasen) uit A en B als oorspronkelijk):

  • De golflengte van de toon is v/f =  332/1000 = 0,332 meter.
  • Zou je blijven staan en de linker speaker zover verschoven worden dat de afstand tot P met 1/2 x 0,332 = 0,166 m toeneemt, dan blijft P een knoop (maar nu van dezelfde golf uit B maar een extra halve golf uit A - een andere knoop dus, een orde hoger).
  • De "eigen" knoop van P is door de verschuiving naar links ook iets naar links verschoven (zie bijlage).  Dus zou je vanuit P naar P' moeten gaan - richting middelloodlijn (die ook iets verschoven is)

 

 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft acht appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)