Reacties
Dag Ben,
Inderdaad, voor iemand die niet regelmatig met dit soort zaken "speelt" lijkt dat nogal uit de lucht te komen vallen.
Maar als je (zoals jij hopelijk) al het nodige weet over staande golven in open, halfopen en gesloten buizen kun je die zelf beantwoorden. Probeer dat eens, met behulp van de volgende vóórvragen:
buis aan beide zijden open:
Hoeveel golven passen erin bij de grondtoon? Hoeveel bij de eerste boventoon?
buis aan één zijde open:
Hoeveel golven passen erin bij de grondtoon? Hoeveel bij de eerste boventoon?
Conclusie?
Groet, Jan
Beste Jan,
Ik heb geprobeerd de vragen te beantwoorden:
buis aan beide zijden open:
>Hoeveel golven passen erin bij de grondtoon? Hoeveel bij de eerste boventoon?
Dit gaat toch om een longitudinale golf, dus als het aan beide kanten open is dan is er geen knoop. En dus krijg je alleen een buik?
>buis aan één zijde open:
Hoeveel golven passen erin bij de grondtoon? Hoeveel bij de eerste boventoon?
aan een zijde open en dus aan een zijde dicht krijg je dan een knoop (bij de kant dat dicht is) en een buik bij de kant dat open is, dus daarin passen 1/4 labda in de grondtoon en 0.75 labda in de eerste boventoon.
Maar ik snap dan nog steeds niet hoe je kan weten of het een gesloten of open einde heeft..
Groet,
Ben
De opgave is ietwat incompleet (figuur 10 niet getoond). Je kunt het 2004 havo 2e periode examen bekijken op http://www.examenblad.nl/9336000/1/j9vvhinitagymgn_m7mvgx1j59nzvit_n11vg41h1h4i9qe/vh0po3umb4zi/f=/bestand.pdf en uitwerkingen op http://www.examenblad.nl/9336000/1/j9vvhinitagymgn_m7mvgx1j59nzvit_n11vg41h1h4i9qe/vh0po3ulebzh/f=/bestand.pdf
Alle examens vmbo/havo/vwo en uitwerkingen zijn de vinden op http://www.examenblad.nl/ waarbij je linksboven dan het gewenste jaar moet kiezen om daarna via schoolkeuze en vakkeuze bij de gewenste opgaven, uitwerkingenbladen en correctievoorschriften te komen.
Nemen we aan dat de clarinet en riet te beschouwen zijn als een open/gesloten uiteinde. De clarinet heeft een bepaalde lengte L en voor de grondtoon moet dit 1/4 λo lang zijn en daarmee λo = 4L. Voor een 1e boventoon 1/4λ1 + 1/2λ1 = 3/4λ1 en daarmee λ1 = 4/3 L . De verhouding λo/λ1 = (4 L)/(4/3 L) = 3 . De frequentieverhouding (v = λ.f) is omgekeerd: fo/f1 = 1/3
Vergelijk je de gemeten frequenties: grondtoon ca 7/0,05 (= 140 Hz) en de boventoon 22/0,05 (=440 Hz). fo/f1 = (7/0,05) / (22/0,05) = 7/22 ≈ 1/3
Deze verhouding komt overeen met een dicht-open geluidsbuis (binnen meetfouten en feit dat clarinet niet een perfecte cilinder is).
Had je uitgegaan van een open/open buis dan had de buislengte 1/2 λ moeten zijn (2 x 1/4λ vanuit het midden). Dus λo = 2L . De eerste boventoon is dan 1/2 λ1 + 1/2 λ1 = λ1 = L De verhoudingen zijn dan fo/f1 = λ1/λo = L/(2L) = 1/2 en dat is duidelijk niet gemeten. Dus open-open is de situatie niet.
bedankt! ik snap het nu