vloeistoffen opwarmen

Roel stelde deze vraag op 27 januari 2011 om 11:22.

Ik heb een vloeistof van 70 graden en een vloeistof van 30 graden, ik wil allebei deze vloeistoffen verhitten naar 133 graden.

Hoe bereken ik de energie behoefte?

Maakt het uit wat voor vloeistof het is?

Reacties

Theo op 27 januari 2011 om 11:42

Ja, het maakt zeker uit wat voor vloeistof het is. Sommige vloeistoffen warmen snel en met weinig energie op, anderen hebben meer nodig. Dat wordt weergegeven in de "soortelijke warmte" van een stof. Hoe hoger, hoe meer energie nodig is om die stof met 1 graad temperatuur te verhogen.

Je hebt een stof van 30 en 70 graden en je wilt beiden naar 133 graden verhogen. Dan heb je dus voor ieder uit te rekenen:

energie = (aantal graden verhoging) x (energie nodig per graad per (kilo)gram) x (aantal (kilo)gram stof)  = ΔT . sw .  m

Let wel dat je deze formule alleen maar mag gebruiken als de stof in dezelfde toestand blijft (vloeibaar in jouw geval). Als de stof verandert van fase (van vloeistof naar gas via het koken van de vloeistof), dan mag je de formule niet helemaal toepassen. Dan wordt het een 3-traps raket:

  1. energie nodig om tot aan de kooktemperatuur te komen
  2. energie nodig om op kooktemperatuur van vloeistof te veranderen in gas (de moleculen moeten van elkaar losgetrokken worden)
  3. energie nodig om vanaf kookpunt tot eindtemperatuur te komen

In alle drie de stappen is een andere hoeveelheid energie per gram nodig om een graad te verhogen of om vloeistof in gas om te zetten.

Voor water is dit zeker zo: dat kookt bij 100 graden Celsius, dus zijn de drie stappen bijv:

  1. Energie van 33 graden tot 100 graden
  2. Energie om alles in gas (stoom) om te zetten bij 100 graden
  3. Energie nodig om stoom van 100 graden tot 133 graden te verhitten

 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft dertig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)