henk, 12 jan 2011
Dus de formule viscositeit = ((diameter)^2 / 18) * g * (rho[kogel] - rho [vloeistof]) * (valtijd/valhoogte) klopt wel maar de gemeten valtijd klopt gewoon niet?
De formule klopt: opwaartse kracht en viscositeit compenseren de zwaartekracht waardoor een constante snelheid wordt gekregen (naar boven of beneden - hangt van de soortelijke massa van de kogel af). De valtijd/valhoogte (of 1/v) mag je alleen meten in het (hoogte)gebied waarin de snelheid constant is.
De link naar het experiment geeft alleen een plek waar meer informatie te vinden is. De schrijvers geven zelf al aan dat de metingen niet lijken te kloppen. Dat heb ik verder allemaal niet uitgezocht.
Bij een hoge viscositeit zal een kogel maar langzaam dalen door de vloeistof. 8 cm in 1,32 seconde is niet onmogelijk. Je kunt de formule Fviscositeit + Fopwaarts = Fgewicht ook herschrijven zodat het een uitdrukking voor v (=Δh/Δt) wordt. Dan zie je dat v evenredig is met 1/μ dus hoe groter μ, hoe kleiner v.