Lichtsterkte is de totale hoeveelheid energie uitgestraald in alle richtingen en wordt in candela (cd) (kaars) uitgedrukt.
Een bron van 1 cd sterkte straalt licht uit over een boloppervlak van 4πr2. De lichtstroom (ook wel flux genoemd en met Φ aangeduid) is dan gedefinieerd als 4π lumen. Die 4π is de ruimtehoek (in steradialen - sr) die een bol inneemt (vergelijk 2π als de hoek (in radialen) die een cirkel inneemt, 360 graden). Door een bron van 1 cd wordt in een kegel met top-ruimtehoek van 1 steradiaal een lichtstroom gestuurd van 1/4π lumen. 1 lm = 1 cd.sr
Die bol met straal r heeft ook een oppervlak, 4πr2 . De lichtstroom (Φ) die door 1 m2 gaat heeft een intensiteit van 1 lux (lx) (= Φ/Oppervlak). 1 lux = 1 lm/m2
Een vaste lichtbron zal een constante lichtstroom uitstralen in een bepaalde kegel. Maar de intensiteit zal afnemen naarmate we verder van de bron komen omdat de lichtstroom over een steeds groter oppervlak wordt uitgesmeerd.
Dus lichtsterkte (lux) naar lichtstroom (lumen) kan: lichtsterkte (lux ) = lichtstroom (lumen)/m2 of lichtstroom = lichtsterkte x oppervlakte
Aannemend dat de lichtsterkte over het hele oppervlak constant is. Anders moet je voor de lichtstroom voor elk stukje oppervlak apart berekenen en dan alles bijelkaar tellen (integreren).