Arbeid tijdens zwemslag

Tom stelde deze vraag op 02 december 2010 om 00:10.

Kan iemand me helpen?

Vraagstuk:

We beschouwen bij een zwemmer enkel de armen. Hij oefent hiermee een kracht uit van 80 N, over een afstand van 1,8m bij elke slag met een frequentie van 120 slagen per minuut.

Hoeveel bedraagt de geleverde arbeid bij elke slag? Antwoord is gegeven: 226 J. Maar hoe kom je hier aan? Je kan toch niet gewoon de formule W = F x d x cosθ gebruiken?

 

Reacties

Jan op 02 december 2010 om 00:56

Dag Tom,

Om aan die 226 te komen gebruik je een arm(lengte) van 180:2 = 0,9 m.

die arm legt een halve cirkel af onder water, πr = 3,14 x 0,9 = 2,827 m

dat x 80 N geeft de gewenste 226 J.

Dat wil overigens niet zeggen dat ik met deze oefening blij ben. Ik vindt de vermelding "we beschouwen enkel de armen" hiermee wel érg letterlijk op te vatten, en daarmee vergezocht.  De afgelegde weg van de hand is weliswaar die 2,8 m, mar zonder het gegeven antwoord zou ik nooit op zo'n berekening gekomen zijn. Gelukkig kan ik nogal goed puzzelen.

Groet, Jan

Theo op 02 december 2010 om 11:50

Vreemde vraag inderdaad maar "afstand 1.80 m per slag" houdt toch niet in dat de armlengte 90 cm is? Zo zou ik het nooit gelezen/begrepen hebben.

Vlinderslag, schoolslag, crawl - "de armen" gaan dan gelijk of juist niet, maar tezamen of na elkaar zouden ze wel dezelfde energie kunnen leveren. Maar de  "d" in W = F.d vind ik niet zo vanzelfsprekend.

Jan op 02 december 2010 om 15:41

een arm van 90 cm kan 90 cm naar voren en 90 cm naar achteren rond de schouder. Dat geeft een "slag" van 1,8 m.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft twintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)