Ik heb een vraag die betrekking heeft tot een opdracht van het examen 2014-I Opgave 4 Strategiebepaling bij wielrennen: Er is bij opdracht 15 een Hint gegeven die als volgt luidt: ''Hint: Schat de gemiddelde kracht in één omwenteling van één voet''.
Nou is mijn vraag hoe je dit eigenlijk moet doen en hoe je dit aanpakt. Ik heb namelijk geen flauw idee hoe je de gemiddelde kracht zou moeten bepalen.
De kracht is geen constante. Er kan wel een gemiddelde kracht worden geschat. Om dat te doen teken je in de (F,t) figuur een horizontale lijn waarbij ongeveer evenveel oppervlakte van de grafiek boven als onder die lijn ligt (dan "middelt het uit").
Het oppervlak van een (x,y) grafiek is het product x maal y. Als x en y allebei afstanden zijn, dan is oppervlak een aantal m2. De "normale" betekenis van oppervlak.
De draaibeweging van de trappers trekt een cirkel met omtrek 2πr. De periode van een enkele draaibeweging kan uit figuur 2 worden afgelezen. Je kunt dus de tijdsas van de grafiek ook vervangen door een s-as (afgelegde afstand): voor elke omwentelingstijd (T = 0,71 s) wordt een afstand s gelijk aan de omtrek van het tandrad afgelegd ( 2πr = 1,010 m)
Voor dit aangepaste (F,s) diagram is het oppervlak gelijk aan het product F.s = W = ΔE, de verrichte arbeid (of toename van energie). De gemiddelde F heb je al met een rechte lijn in de grafiek aangegeven. Voor elke omwenteling weet je de afstand s, dus W en je weet hoeveel tijd daarvoor nodig is. Dus energie/tijdsverloop = vermogen (P = ΔE/Δt) is dan ook te berekenen...
