Hallo,
Ik heb, samen met mijn buurman, eigen watervoorziening: boorbron op eigen land, pomp, leiding van pomp naar verdeelpunt, vandaar gaat het naar de twee huizen (= situatie 1)
Nu gaat de situatie veranderen: er komen twee huizen bij, die water moeten krijgen van hetzelfde verdeelpunt. De uitstroom en druk op het verdeelpunt moet dus twee keer zo groot worden. We zijn het volgende van plan (= situatie 2):
- De leiding van pomp naar verdeelpunt wordt vervangen door een leiding die twee keer zoveel water doorlaat: de oppervlakte van de doorsnede wordt dus twee keer zo groot.
- Door omstandigheden zal het verdeelpunt iets verlegd moeten worden, waardoor dit iets verder van de pomp komt: hierdoor wordt de leiding 10% langer (dus 1,1 keer de oude leiding).
- De pomp wordt vervangen door een zwaardere pomp.
De vragen zijn nu:
1) Wat moet het vermogen van de nieuwe pomp minimaal zijn in situatie 2, t.o.v. situatie 1? Moet de te leveren (minimale) druk twee keer zo groot worden, of kan het iets minder zijn of juist meer ?
2) Wat zal de weerstand in de nieuwe leiding zijn t.o.v. de weerstand in situatie 1?
3) Hoe wordt “weerstand” eigenlijk uitgedrukt, per m3 vloeistof, of per oppervlakte (van binnenkant buis)?
4) Hoe zit het met stroomsnelheid en drukverschil in situatie 2 t.o.v. situatie 1 ?
Groeten,
Joop