warmhouden huis

Lianne stelde deze vraag op 16 mei 2015 om 12:49.

 Hoi allemaal,

Het ging zo goed met mijn module natuurkunde vwo, maar nu loop ik volledig vast:( bij opgave 4.2, lijkt het maar niet te lukken.



Ik heb nu dit als uitwerking, maar volgens mij klopt er iets niet, kunnen jullie mij helpen zodat ik het wel echt snap?

Hartstikke bedankt.

Lianne

Opgave 2.

a. Op 15 graden celcius, hierna wordt er niet meer gestookt.
b. Er wordt bij een verloop over 15 graden celcius, 0,5m3 verbruikt. 0,5/15= 0,03m3 per uur.
c. Per graad 32000*0,03m3/uur=1066,67 J per graad. Er is 1900 J nodig om 1 kg aardgas om te zetten in een stijging van een graad. Dus het verlies is 1900 – 1066,67 = 833,33 J. Per seconde: 0,03 m3 per uur > 8,33*10-6 J per seconde. Per m3 is er 32000000 verbrandingswarmte. 8,33*10-6 J per seconde = 266,56 J verbrandingswarmte. Het verbruik is dus 266,56 Joule per seconde.  
d. Door isolatie koelt het huis minder snel af, waardoor er minder gestookt hoeft te worden Hierdoor is er minder verbrandingswarmte.

Reacties

Jan van de Velde op 16 mei 2015 om 13:02

Lianne plaatste:

Opgave 2.

a. Op 15 graden celcius, hierna wordt er niet meer gestookt.

nee, er wordt pas niet meer gestookt als de buitentemperatuur gelijk is aan de gewenste binnentemperatuur. 
En "niet stoken" betekent  verbruik = 0 m³/h.



het is tijdens de metingen buiten kennelijk niet veel warmer geweest dan zo'n 14 °C

lianne op 16 mei 2015 om 13:07
Oke, klopt de rest wel?
Jan van de Velde op 16 mei 2015 om 13:17

Lianne plaatste:

b. Er wordt bij een verloop over 15 graden celcius, 0,5m3 verbruikt. 0,5/15= 0,03m3 per uur.

je aanpak klopt wel maar dit mag wel wat signicanter (0,034 of zo)
lianne op 16 mei 2015 om 13:20
Oke super. En C? Die vond ik super moeilijk
Jan van de Velde op 16 mei 2015 om 13:33

Lianne plaatste:

c. Per graad 32000*0,03m3/uur=1066,67 J per graad. Er is 1900 J nodig om 1 kg aardgas om te zetten in een stijging van een graad. Dus het verlies is 1900 – 1066,67 = 833,33 J. Per seconde: 0,03 m3 per uur > 8,33*10-6 J per seconde. Per m3 is er 32000000 verbrandingswarmte. 8,33*10-6 J per seconde = 266,56 J verbrandingswarmte. Het verbruik is dus 266,56 Joule per seconde.  

je komt wel ongeveer goed uit  maar je noteert hier en daar je eenheden slordig en zit ergens op een rare manier in de rondte te rekenen, heel dat bruine stuk kan eruit en wat je emt die 1900 J/kg aardgas aan het doen bent, geen idee. , en geeft een véél te nauwkeurig antwoord.

c. Per graad 32000000 J/m³*0,03333m3/uur·°C=1066670 J per uur per graad. Er is 1900 J nodig om 1 kg aardgas om te zetten in een stijging van een graad. Dus het verlies is 1900 – 1066,67 = 833,33 J. Per seconde: 0,03 m3 per uur > 8,33*10-6 J per seconde. Per m3 is er 32000000 verbrandingswarmte. 8,33*10-6 J per seconde = 266,56 J verbrandingswarmte. Het verbruik is dus 266,56 Joule per seconde.
in een uur zitten 3600 s, dus het verbruik is dan 1066670:3600=296,... =3·10² J/s·°C

NB: ongeveer geod uitkomen betekent op een examen NIET bijna alle punten. Ik zou hier als corrector waarschijnlijk op zijn hoogst 25% van de scorepunten mogen toekennen
Jan van de Velde op 16 mei 2015 om 13:37

Lianne plaatste:


d. Door isolatie koelt het huis minder snel af, waardoor er minder gestookt hoeft te worden Hierdoor is er minder verbrandingswarmte.

dit is geen antwoord op de vraag. 
De vraag is "hoe verandert de grafiek".
lianne op 16 mei 2015 om 13:38
Maar waarom doe ik dan niks met de verbrandingswarmte? Het gaat toch om hoeveel warmte er ontsnapt?
lianne op 16 mei 2015 om 13:40
Ja maar dat kan ik toch niet terugvinden in de grafiek? Waarschijnlijk is er dan minder verbruik per temp verandering dus loopt de grafiek minder steil?
Jan van de Velde op 16 mei 2015 om 13:52

lianne plaatste:

Maar waarom doe ik dan niks met de verbrandingswarmte? Het gaat toch om hoeveel warmte er ontsnapt?
je verbruikt 0,0333 kubieke meter per uur en per °C temperatuurverschil.

de verbrandingswamte per kubieke meter aardgas is 32 000 000 joule (die gebruik je dus wel toch?)
die 0,0333 kubieke meter komt dus overeen met
0,0333 x 32 000 000 = 1 065 600 joule per uur en per °C temperatuurverschil 

een uur is 3600 s, nog delen door 3600 s/h en je hebt een antwoord in J/s·°C

Jan van de Velde op 16 mei 2015 om 13:53

lianne plaatste:

minder verbruik per temp verandering dus loopt de grafiek minder steil?
dat is wél het gevraagde antwoord, en nog correct ook. 
lianne op 16 mei 2015 om 13:55
IK SNAP HET! hihi, bedankt.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft eenendertig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)